Gonothyraea loveni

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Gonothyraea loveni
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Cnidaria (Neteldieren)
Klasse:Hydrozoa (Hydroïdpoliepen)
Orde:Leptothecata
Familie:Campanulariidae
Geslacht:Gonothyraea
Soort
Gonothyraea loveni
(Allman, 1859)
Originele combinatie
Laomedea loveni
Synoniemen
  • Calycella parkeri Hilgendorf, 1898
  • Gonothyraea hyalina Hincks, 1866
  • Laomedea hyalina (Hincks, 1866)
  • Obelia loveni (Allman, 1859)
(en) World Register of Marine Species
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Gonothyraea loveni is een hydroïdpoliep uit de familie Campanulariidae. De poliep komt uit het geslacht Gonothyraea. Gonothyraea loveni werd in 1859 voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Allman.[1]

Beschrijving[bewerken | brontekst bewerken]

Dit kleine hydroïdpoliep is in situ moeilijk te identificeren en microscopisch onderzoek is meestal nodig voor een positieve identificatie. De stengels van de kolonie komen voort uit een basale stolon en vertakken onregelmatig. Er is een reeks regelmatige annulaties na elke tak. De steeltjes zijn ringvormig en komen afwisselend uit de stengels voort. De rand van de hydrotheca, die ruim een halve millimeter groot is, heeft een reeks ondiepe inkepingen. Zowel de mannelijke als de vrouwelijke gonothecae zijn klokvormig en bevinden zich op korte, ringvormige steeltjes. In volwassen kolonies steken twee of meer sporosacs uit de capsule. Kolonies zijn doorgaans 20-25 mm hoog. De kleur is bleekbruin tot vrijwel kleurloos.

Verspreiding[bewerken | brontekst bewerken]

Het verspreidingsgebied van Gonothyraea loveni loopt van Noord-Noorwegen en de Oostzee tot West-Afrika, in de Middellandse Zee en de Zwarte Zee. Deze soort is wijdverbreid op de Britse Eilanden. Deze soort komt niet alleen voor op grotere bruinwieren, maar ook op palen, stenen en schelpen. Van het intergetijdengebied tot ca. 200 meter diepte. Kan ook in getijdenpoeltjes voorkomen en kan goed tegen lagere zoutgehaltes. Hij komt daardoor ook in brak water voor.