Naar inhoud springen

Heete Pootjes

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Heete Pootjes is een van de luimige gedichten van Guido Gezelle. Het werd geschreven in december 1860.

Tekst[bewerken | brontekst bewerken]

HEETE POOTJES

Een schalkaard had een bie gevaân [1]
en hield ze bij heur vleren: [2]
'Komt hier! - hij zag een jongske staan!
Komt hier mijn knappe kerel!
Hier heb ik zulk een schoon fatsoen [3]
van beestje, ik wil 't u geven:
past op maar van 't niet dood te doen,
en laat het beestje leven.
Kom aan; jen [4] hand; doet toe, 't vliegt weg:
doet toe, want 't gaat ontsnappen!'
't Kind hield zijn handje toe: 'Nie' waar,
hoe schoon dat is, hoe lieflijk!'
Ha! 't kindtje wierd te laat gewaar
hoe schoon en hoe bedrieglijk.
hij liet het beestje los, en 't loeg [5]
de traantjes uit zijn oogskes,
en zei 't: 'Het beestje is schoon genoeg,
maar 't heeft zulke heete pootjes.'

Publicaties[bewerken | brontekst bewerken]

Het gedicht werd in 1861 voor het eerst gepubliceerd in het weekblad Reinaert de Vos. Het verscheen in 1876 opnieuw in De Vlaamsche Vlagge en werd opgenomen in de in december 1880 gepubliceerde verzenbundel Liederen, Eerdichten en Reliqua.

Politiek kwatrijn[bewerken | brontekst bewerken]

Toen het gedicht in Reinaert de Vos verscheen, voegde Gezelle er een politiek getint kwatrijn aan toe:

Zoo zwicht u, kind van Vlaendren, zwicht [6]:
Al keek hij nog zoo blootjes [7],
Betrouwt, betrouwt Slokop nie' ligt:
Hij heeft zulk' heete pootjes.

Met 'Slokop' werd keizer Napoleon III bedoeld. Diens expansiepolitiek – hij had samen met Engeland de Krimoorlog gewonnen en pas Nice en de Savoye ingepalmd – was toen een voorwerp van internationale en meer bepaald Belgische kritiek. Dit was een aan de actualiteit gebonden vers, dat er eigenlijk wat met de haren was bijgetrokken. Het werd niet meer hernomen in de latere uitgaven.

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Jozef BOETS, Liederen, Eerdichten en Reliqua, een aparte bundel, in: Guido Gezelle, Verzameld Dichtwerk, Deel II, Antwerpen/Amsterdam, 1980, blz. 251-263. [8]
  • Jozef BOETS, Toelichting bij Liederen, Eerdichten en reliqua, in: Guido Gezelle, Verzameld Dichtwerk, Deel II, Antwerpen/Amsterdam, 1980, blz. 264-267.
  • Johan VAN ISEGHEM, Gezelle als humorist, Leuven, Davidsfonds, 1999.

Verklaring[bewerken | brontekst bewerken]

  1. gevangen
  2. vleugels
  3. model, exemplaar
  4. je
  5. lachte
  6. pas op
  7. open, eerlijk
  8. 'Heete Pootjes' komt voor op blz. 372 van dit deel.
Werken van of over dit onderwerp zijn te vinden op de pagina Gezelle/Heete Pootjes op Wikisource.