Kamp Sint-Michielsgestel

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Kamp Sint-Michielsgestel
Kamp Sint-Michielsgestel (Nederland)
Kamp Sint-Michielsgestel
Ingebruikname 4 mei 1942
Gesloten september 1944
Locatie Sint-Michielsgestel
Verantwoordelijk land Nazi-Duitsland
Coördinaten 51° 38′ NB, 05° 21′ OL
Beheerder Schutzstaffel (SS)
Sicherheitsdienst (SD)
Gevangenen ca. 1400[1]
Dodental 25

Kamp Sint-Michielsgestel was een interneringskamp dat tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitse bezetter was ingericht in het internaat Ruwenberg en het kleinseminarie Beekvliet te Sint-Michielsgestel.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Notabelen[bewerken | brontekst bewerken]

Op 4 mei 1942 werd kamp Sint-Michielsgestel, gevestigd in het kleinseminarie Beekvliet in Sint- Michielsgestel, geopend. De eerste bewoners, Todeskandidaten (doodskandidaten) genoemd,[2] waren 460 die dag opgepakte toonaangevende Nederlanders, onder wie politici, burgemeesters, hoogleraren, geestelijken, advocaten, schrijvers en musici. Tot eind 1944 werden honderden notabele Nederlanders als gijzelaar vastgehouden. De nazi's dachten met deze mensen als onderpand het Nederlandse verzet in de greep te hebben en stelden dat zij bij onrust in het land, gefusilleerd zouden worden. Het kampregime was erg licht. De Duitse en Nederlandse bewakers hadden de opdracht gekregen om de gijzelaars met rust te laten zolang ze zich maar niet misdroegen. De gevangenen hoefden geen arbeid te verrichten, en ze kregen alle vrijheid zolang ze maar binnen het kamp bleven. Een van de gevangenen, Max Kohnstamm, noemde Sint-Michielsgestel cynisch Hitlers Herrengefängnis.[3] De gevangenen organiseerden filmavonden, concerten, tentoonstellingen, lezingen, discussieclubjes, en tennistoernooien, en hadden dankzij de pakketten van thuis ruim voldoende te eten. Zij mochten bezoek ontvangen.

Indische gijzelaars[bewerken | brontekst bewerken]

In mei 1942 kwamen ook de Indische gijzelaars overgebracht naar kamp Sint-Michielsgestel. Het grootste deel van de Indische gijzelaars waren Nederlanders die op verlof waren uit Nederlands-Indië en gegijzeld werden in juli 1940 als vergelding voor de gevangenneming van Duitsers in Nederlands-Indië. De mannen werden aanvankelijk geïnterneerd in Kamp Schoorl, concentratiekamp Buchenwald, Kamp Haaren en kwamen uiteindelijk in kamp Sint-Michielsgestel. Op 7 oktober 1940 werden nog 116 mannen toegevoegd aan deze groep in Buchenwald, hoewel zij niet afkomstig waren uit Nederlands-Indië en vooral vooraanstaande posities bekleedden.[4]

De Indische gijzelaars werden nooit beschouwd als sabotagegijzelaars, die met hun leven borg stonden voor anti-Duitse daden bedreven door de Nederlandse ondergrondse. Begin 1943 werden de Indische gijzelaars overgeplaatst naar de Ruwenberg, op loopafstand van St. Michielsgestel, waar ze veel meer vrijheden kregen dan de gijzelaars die achterbleven in St. Michielsgestel.

Gevangen[bewerken | brontekst bewerken]

Voor de niet als gijzelaar geldende gevangenen, onder wie de gevangenen ten gevolge van het Englandspiel, gold een veel zwaarder regiem. Maximaal hebben er 700 mensen gelijktijdig in het kamp moeten verblijven.[bron?]

Sluiting[bewerken | brontekst bewerken]

De meeste bewoners van kamp Sint-Michielsgestel zijn in september 1944 vrijgelaten. Een deel heeft in Kamp Vught de vrijheid herkregen en achttien gevangenen zijn van 12 op 13 september 1944 naar Kamp Amersfoort gebracht. Negen van hen vonden daar alsnog binnen een week de vrijheid.

Executies[bewerken | brontekst bewerken]

Op 15 augustus 1942 werden vijf notabelen gijzelaars vermoord als represaille voor een mislukte bomaanslag in Rotterdam op een trein van het Duitse leger. Het ging om Willem Ruys, Robert Baelde, Otto Ernst Gelder, Christoffel Bennekers en Alexander Schimmelpenninck van der Oye. Een tweede executie van vijftien notabelen gijzelaars vond plaats in oktober 1942, wederom als vergelding van verzetsdaden.[5]

De Geest van Gestel[bewerken | brontekst bewerken]

In het kamp bestond een uiterst druk bezet schema van cursussen, lezingen en discussiegroepjes, over de meest uiteenlopende onderwerpen. Dit werd door de gijzelaars gekscherend "de volksuniversiteit" genoemd. Geen gijzelaar hoefde zich te vervelen. In het kamp kwamen mensen met elkaar in gesprek, die daar onder normale omstandigheden niet toe zouden komen. Katholieken, protestanten en socialisten waren in de verzuilde vooroorlogse maatschappij immers strikt van elkaar gescheiden. Er ontstond een roep om politieke vernieuwing en ontzuiling, een gevoel van saamhorigheid, dat later is aangeduid als de geest van Gestel.

Een invloedrijke groep gijzelaars vormde de Heeren Zeventien. De vriendschappelijke contacten die in het kamp tot stand kwamen bleven ook na de oorlog, over en door de zuilen heen, bestaan. Overlevende Leonard de Waal vatte het als volgt samen: "Het was een soort gedwongen Rotary."[6] Mede als gevolg van de discussies in Sint-Michielsgestel is direct na de oorlog de PvdA opgericht.

Gedenksteen en monument[bewerken | brontekst bewerken]

In voormalig seminarie Beekvliet te Sint-Michielsgestel is een gedenksteen met in reliëf een kruis, een bajonet en een sleutel met een hakenkruis in de baard. De tekst op de gedenksteen luidt:

Van 4 Mei 1942 tot Sept. 1944 werd dit seminarie door de Duitse bezetter misbruikt als kamp voor Nederlandse gijzelaars. Ter herinnering hieraan werd deze steen op 14 aug. 1948 geplaatst door de oud-gijzelaars.''

Op de executieplaats in de bossen van landgoed Gorp en Roovert te Goirle, wordt nog ieder jaar een herdenking gehouden. Op 14 augustus 1945 werd hiervoor een gedenkplaats ingericht waaraan in 1946 een monument is toegevoegd.

Gevangenen[bewerken | brontekst bewerken]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • J.C.H. Blom, De gijzelaars van St.Michielsgestel en Haaren. Het dubbele gezicht van hun geschiedenis. Baars, Amsterdam, 1992.
  • Loe de Jong, Het Koninklijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, Den Haag, 1969-1978.
  • Madelon de Keizer, De gijzelaars van Sint Michielsgestel. Een elite-beraad in oorlogstijd. A.W. Sijthoff's, Alphen aan den Rijn, 1979.
  • Gedenkboek Gijzelaarskamp Beekvliet St. Michielsgestel, Schiedam, 1946.
  • Max Kohnstamm, Brieven uit Hitlers Herrengefängnis, De Bezige Bij, 2005.
  • Huib M. Vriesendorp, Huib C. Vriesendorp en E.S Vriesendorp. Brieven uit de Tweede Wereldoorlog, Correspondentie van Co en Cor Vriesendorp, Familievereniging Vriesendorp, Dordrecht, 2006.
  • Jo Juda, Jantje Paganini, Haefling 2613, Heuff, Nieuwkoop, Holland, 1979.

Referenties[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Dit was kamp Beekvliet, waar BN'ers door Duitsers gevangen werden gehouden.
  2. Robert Matzen, Audrey Hepburn, Het Nederlandse meisje, blz. 103; Uitgeverij Overamstel Uitgevers, 2019; ISBN 978 90 443 5735 6
  3. Brieven uit Hitlers Herrengefängnis. De Bezige Bij, Amsterdam (2005). ISBN 90-234-1559-0.
  4. Indische gijzelaars. tweedeoorlog.nl. Geraadpleegd op 25 mei 2024.
  5. Notabelen. Geraadpleegd op 25 mei 2024.
  6. Andere Tijden, 7 mei 2002