Kemet

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Kemet
in hiërogliefen
I6G17t
O49

De Oude-Egyptenaren noemden Egypte: Kemet of "zwart land". Ze noemden zichzelf remet-en-kemet wat wordt vertaald als: “het volk van het zwarte land”.[1] Ze bedoelden met het zwarte land het vruchtbare slib dat achterbleef op de oevers, als de Nijl was overstroomd en waarmee ze gewassen konden telen.

Het gebied buiten het "zwarte aarde" noemden de Oude Egyptenaren Desjret of "het rode land".[1] Hiermee wordt verwezen naar de woestijn. Rood was ook het teken van de god Seth of vernietiging.[2]

Voorbeelden van het gebruik van het woord Kemet[bewerken | brontekst bewerken]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]