Kosmoceratops

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Kosmoceratops
Status: Uitgestorven, als fossiel bekend
Kosmoceratops richardsoni
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Superorde:Dinosauria (Dinosauriërs)
Orde:Ornithischia
Familie:Ceratopidae
Onderfamilie:Chasmosaurinae
Geslacht
Kosmoceratops
Sampson et al., 2010
Typesoort
Kosmoceratops richardsoni
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Kosmoceratops op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

Kosmoceratops is een geslacht van plantenetende ornithischische dinosauriërs, behorend tot de groep van de Ceratopia, dat tijdens het late Krijt leefde in het gebied van het huidige Noord-Amerika.

Naamgeving en vondst[bewerken | brontekst bewerken]

Het holotype UMNH VP 17000

De typesoort Kosmoceratops richardsoni is in 2010 benoemd en beschreven door Scott Donald Sampson, Mark A. Loewen, Andrew Allen Farke, Eric M. Roberts, Catherine Ann Forster, Joshua A. Smith en Alan L. Titus. De geslachtsnaam is afgeleid van het Klassiek Griekse κόσμος, kosmos, "versiering", κέρας, keras, "hoorn" en ὤψ, oops, "aangezicht". "Kosmos" is een verwijzing naar het rijk geornamenteerde nekschild; "ceratops" is een gebruikelijk achtervoegsel in de namen van ceratopiërs. De soortaanduiding eert Scott Richardson, de ontdekker van het fossiel.

Dit fossiel, holotype UMNH VP 17000, is in 2007 in het zuiden van Utah in het Grand Staircase-Escalante National Monument gevonden in een laag van de Kaiparowitsformatie die dateert uit het late Campanien, ongeveer 76 miljoen jaar oud. Het bestaat uit een vrijwel volledige schedel met onderkaken. Alleen het predentarium van de onderkaken en delen van de linkerzijde ontbreken. Van hetzelfde individu is vermoedelijk een op zekere afstand gevonden romp, bekken en linkerachterpoot die in 2010 nog niet uitgeprepareerd waren. Het betreft een volwassen exemplaar. De schedel werd geborgen met behulp van een helikopter. Aan de soort is nog een tweede fossiel toegewezen dat in 2006 door Richardson is ontdekt: UMNH VP 12198, een fragmentarische schedel van een onvolwassen dier. Twee andere meer gedeeltelijk bewaard gebleven specimina behoren wellicht ook tot de soort. Het betreft de specimina UMNH VP 16878, de achterkant van een niet in verband liggende schedel van een jong dier, met de helft van de lengte van het holotype, en UMNH VP 21339, een fragmentarisch skelet. De vondsten werden eerst aangeduid als het Kaiparowits new taxon A. Ze werden in 2010 gemeld in de wetenschappelijke literatuur.

In 2014 wees Nicholas Longrich een schedel, specimen CMN 8801 in 1928 door Charles Mortram Sternberg gevonden in de Dinosaur Park Formation in Alberta, toe aan een Kosmoceratops sp. De schedel mist de typerende kraag zodat de identificatie onzeker is. In 2016 wees James A. Campbell het aan Chasmosaurus toe, net als C.M. Sternberg in 1940 gedaan had.

In 2016 hernoemde Gregory S. Paul de soort tot een Chasmosaurus richardsoni. Hierin is hij door niemand gevolgd.

Beschrijving[bewerken | brontekst bewerken]

De schedel van Kosmoceratops

Kosmoceratops is een middelgrote ceratopide met een lengte van vier à vijf meter en een gewicht van 2,5 ton. Paul schatte in 2016 het gewicht op 1,2 ton.

De schedel, bijna anderhalve meter lang met een erg smalle snuit en een breed nekschild, toont verscheidene unieke afgeleide eigenschappen, autapomorfieën. De neusgaten zijn achteraan vrij kort en lopen daar schuin omhoog. De beenkern van de neushoorn is langwerpig en erg smal met een plat boveneinde. Het is onduidelijk in hoeverre en op welke wijze deze verlengd werd door een hoornschacht. De wenkbrauwhoorns zijn matig lang, licht naar voren gekromd en steken sterk zijwaarts uit zodat een rechte hoek met de middenlijn van de schedel gemaakt wordt. Het nekschild is zeer kort en twee maal zo breed als lang, met kleine hoogliggende openingen in de wandbeenderen. De licht naar buiten buigende zijranden dragen ieder acht naar boven in grootte toenemende driehoekige uitsteeksels, epoccipitalia. De achterrand buigt bovenop naar binnen; iedere zijde draagt vijf zeer lange epoccipitalia. De drie middelste zijn naar binnen gebogen, over het nekschild heen. De vierde, op de vergroeiing van het wandbeen en het squamosum geplaatst, is meer naar buiten gericht. De vijfde staat op de hoek van het nekschild en vormt een naar buiten gekromde haak. Het totaal van dertien epoccipitalia per zijde is een record voor de bekende ceratopiden.

Behalve deze uitsteeksels op het schild heeft Kosmoceratops ook nog een hoorn op ieder jukbeen; dit is echter geen uniek kenmerk.

Fylogenie[bewerken | brontekst bewerken]

Kosmoceratops (B) vergeleken met de grotere Utahceratops
CMN 8801

Kosmoceratops is door de beschrijvers binnen de ruimere Ceratopidae in de Chasmosaurinae geplaatst. Een exacte kladistische analyse had als uitkomst dat Kosmoceratops samen met Vagaceratops een aparte aftakking, klade, vormt die ten opzichte van Triceratops lager in de stamboom staat dan Arrhinoceratops ornatus maar hoger dan Coahuilaceratops. De hele stamboom heeft deze vorm:

Ceratopidae 

Centrosaurinae


 Chasmosaurinae 

Chasmosaurus




Mojoceratops




Agujaceratops





Utahceratops



Pentaceratops





Coahuilaceratops





Kosmoceratops



Vagaceratops





Anchiceratops




Arrhinoceratops




Ojoceratops



Eotriceratops




Torosaurus




Nedoceratops



Triceratops














Levenswijze[bewerken | brontekst bewerken]

Volgens de beschrijvers behoort Kosmoceratops tot een geografisch vrij beperkte fauna op het zuiden van het toenmalige subcontinent Laramidia die duidelijk verschillend zou zijn geweest van de fauna van het noorden van dat continent, waar tegelijkertijd Chasmosaurus voorkwam. Kosmoceratops deelde zijn leefgebied met Pentaceratops en Utahceratops. Het voorkomen van zoveel verschillende soorten reusachtige plantenetende dinosauriërs op een beperkt gebied zou wijzen op een lage stofwisseling of een grote voedselopbrengst van het gebied, of beide. De noordelijk levende soorten zouden dan een iets hogere stofwisseling gehad hebben, aangezien alleen klimaatfactoren een bekende barrière vormen tussen beide zones. Later, ongeveer 75,7 miljoen jaar geleden zou die barrière opgeheven zijn waarna verwanten van Kosmoceratops naar het noorden trokken en de voorouders werden van alle meer afgeleide Chasmosaurinae. Dit scenario wordt weersproken door een studie van Nicholas Longrich uit 2014 die fragmentarische fossielen uit Canada meldde, al gevonden in de jaren dertig, die hij toewees aan een Kosmoceratops sp.

De ingewikkelde versiering van de schedel zou voornamelijk gediend hebben voor het soortonderscheid en om mee te pronken.