Moviuslijn

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verspreiding van het Acheuléen.

De Moviuslijn is een denkbeeldige lijn, die de grens van het verspreidingsgebied van het Acheuléen aangeeft.

Ontdekking[bewerken | brontekst bewerken]

De Amerikaanse archeoloog Hallam Leonard Movius vergeleek in zijn studie van 1948 de stenen werktuigen gevonden in India.[1][2] Hij ontdekte dat er in Noordoost India geen vuistbijlen voorkwamen. Hij ontdekte verder dat dit verschijnsel voor grote delen van Azië en Europa gold. Stenen vuistbijlen zijn niet in Noordoost-Azië en Noordoost-Europa aangetroffen. De denkbeeldige demarcatielijn tussen beide gebieden wordt naar zijn ontdekker Moviuslijn genoemd.[3]

Hetzelfde bleek te gelden voor de Levalloistechnologie, die evenmin in de regio's ten noorden en ten oosten van de zogenaamde Moviuslijn zijn aangetroffen.[4]

Oorzaken[bewerken | brontekst bewerken]

Er zijn verschillende verklaringen voor de Moviuslijn:

  1. Wellicht hebben de voorouders van mensen in Oost-Azië Afrika verlaten voordat vuistbijlen waren ontwikkeld.[5] Zij waren alleen bekend met de Oldowan-technologie.
  2. Mogelijkerwijs hebben ze in de loop der jaren de vaardigheid verloren om deze werktuigen te maken, doordat de grondstoffen ontbraken.[5].
  3. Een andere mogelijkheid is dat er te weinig mensen waren om de technische vaardigheden door te geven.[5]
  4. Een interessante hypothese is, dat de hominiden uit het Pleistoceen in Oost-Azië hun technologie niet op het materiaal "steen", maar vooral op bamboe baseerden.[1] Aangezien bamboe als organisch materiaal zeer vergankelijk is, zijn er geen van bamboe gemaakte werktuigen bij opgravingen aangetroffen.

Uitzonderingen[bewerken | brontekst bewerken]

Tijdens opgravingen in Korea en China zijn wel vuistbijlen aangetroffen.[6] Het aantal van deze vondsten is nog te gering om de Moviuslijn achterhaald te verklaren.[1]