Naar inhoud springen

Overleg:Utahraptor

Pagina-inhoud wordt niet ondersteund in andere talen.
Onderwerp toevoegen
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Laatste reactie: 19 jaar geleden door MWAK

1) 'noemt tegen betaling'= wat betekent dat? 2) aanval op de ruggegraat met de klauw - lijkt me anatomisch gezien minder waarschijnlijk. Met messcherpe kleuw kun je de buik openrijten, maar met een dolkstoot kun je veel makkelijker een grote verwonding in de thorax aanbrengen - als je het hart of de longen raakt is het vrij zeker dat het slachtoffer óf meteen overlijdt óf de functie van een long verliest en daarmee meteen veel kwetsbaarder wordt voor verdere aanvallen. Voor een succesvollle aanval op de ruggegraat die veel beter beschermd is moet je precies tussen twee wervels door waarbij het slachtoffer stil moet zitten - meer iets om met een snavel, of de bek van een leew te doen waarbij je van twee kanten kunt werken. Het engels wiki-artikel geeft dit ook niet - waar komt het vandaan? Evanherk 20 mrt 2005 10:11 (CET)Reageren

Uitstekende vragen! :o) Ik zal ze proberen te beantwoorden.

1) Mays werd vernoemd omdat hij daarvoor het meest betaalde. Paleontologisch onderzoek wordt in de VS zeer slecht gesubsidiëerd en dit is in de loop der jaren een vrij gebruikelijke manier geworden om geld bij elkaar te krijgen. Quetzalcoatlus northropi is niet naar de vliegtuigmaatschappij vernoemd omdat hij de spanwijdte van een vliegtuigje had...De opmars van de marktwerking is onstuitbaar. Natuurlijk kunnen we het minder mercantile omschrijven en zeggen dat Mays geëerd werd voor zijn onzelfzuchtige financiële ondersteuning van de paleontologische zaak.

2) Hier moeten we twee aspecten goed onderscheiden:

I) De teenklauw was niet vlijmscherp en in feite vrij afgerond in doorsnede. Het klassieke aanvalsscenario met disembowelment was dus minder waarschijnlijk. Er bestaat nu consensus over het dolkstootscenario.
II) Inderdaad: zo'n dolkstootaanval kan zeer wel het hart of andere organen tot doel hebben en er bestaat geen redelijke twijfel dat Utahraptor zijn prooi te grazen nam op iedere manier die maar resultaat had. Desalniettemin is er toch reden om aan te nemen dat de ruggegraat het favoriete doelwit was:

a. Het enige concrete bewijs voor de jachttechniek van de Deinonychosauria is het beroemde fossiel waar een Velociraptor en een Psittacosaurus al vechtende bedolven zijn. De klauw van de rover steekt in de nek van de planteneter. Er zijn verschilende interpretaties van het fossiel - en één daarvan is dat hij de slagaderen in de nek tot doel had. De nulhypothese moet echter zijn dat de zaak zo ligt als hij er op het eerste gezicht uit ziet: aanval op de ruggegraat. En daarmee wordt de algemene jachttechniek uit dat ene gebeuren afgeleid, ook tot nulhypothese.

b. Inderdaad: het doorboren van de hartkamer zal binnen zeer korte tijd tot de dood geleid hebben bij dieren die warmbloedig waren en een hoge bloedruk hadden - zoals de dinosauriërs dus. Toch is het hart een lastig doelwit: het is relatief klein, lag wellicht tamelijk diep, was vermoedelijk aan de voorkant flink beschermd door padding en is toch het best te bereiken via die ongunstigste route, tussen de klauwen en onder de kop van een boze dinosauriër door met het gevaar verpletterd te worden door het bewegingsmoment van de prooi.

De longen zijn veel gemakkelijker te raken; maar als de prooi een theropode of sauropode is, is het maar de vraag of doorboring tot het inklappen van de hele long leidde: die ademden namelijk via luchtzakken. De luchtstroom was altijd in één richting en om te voorkomen dat de longen leegliepen door de zakken waren de longwanden vergroeid met omliggende weefsels. Of de Ornithischia zo'n systeem hadden is onzeker en zeker níét de nulhypothese. Maar ze hadden in ieder geval een ruggegraat, een aanval waarop kon leidden tot het vrijwel onmiddellijk uitschakelen van de prooi.

c. Ik ken geen berekeningen van de kracht van de achterpoot van Utahraptor maar twee ton bij het neerkomen op de rug van de prooi lijkt me een conservatieve schatting: ruimschoots voldoende om de punt van een klauw door het veel poreuzere bot van een wervel heen te drijven of een fatale breuk te veroorzaken. Een precieze positionering tussen de wervels door is daarmee overbodig. Natuurlijk ken je het argument dat tegen een gelijksoortig gebruik van sabeltanden gebruikt wordt: de kans op afbreken is te groot. Anders dan de tanden van zoogdieren werden de klauwen van dinosauriërs echter beschermd door een zeer lange hoornschacht, het afbreken waarvan niet fataal was.

Natuurlijk: dit zijn slechts details. Mijn punt was slechts dat Utahraptor in ieder geval een eind moest springen en dat aangezien de risico's van zo'n sprong voor een groter dier relatief hoger liggen, dit een beperking in de evolutie oplevert.

--MWAK 20 mrt 2005 19:55 (CET)Reageren

De sabeltand had ik bewust niet genoemd, maar moderne katten doen dat wel. Een overtuigender bewijs zou natuurlijk zijn een aantal prooifossielen met klauwafdrukken in de botten van de wervelkolom..... Evanherk 20 mrt 2005 21:19 (CET)Reageren

Dat zou natuurlijk heel mooi zijn :o). Het is echter al zeldzaam genoeg dat men de dieren zelf vindt! Met uitzondering van die in de Liaoning zijn de formaties waar Deinonychosauria gevonden worden niet héél productief en de skeletten van bijna alle fossielen daar zijn sterk fragmentarisch. De (naar mijn mening overigens erg slechte) reconstructie van Utahraptor zelf in het Graves Museum bestaat uit een composiet en is dan nog driekwart nep. En men heeft er tot voor kort ook niet naar gezocht: wat men niet verwacht te zien dat ziet men ook niet.

--MWAK 21 mrt 2005 10:52 (CET)Reageren