Parvinatator

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Parvinatator
Status: Uitgestorven
Fossiel voorkomen: Vroeg- tot Midden-Trias
Parvinatator
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Onderklasse:Diapsida
Superorde:Ichthyopterygia
Familie:Parvinatatoridae
Geslacht
Parvinatator
Nicholls & Brinkman, 1995
Typesoort
Parvinatator wapitiensis
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

Parvinatator[1][2], uit het Latijn, parvus, kleine en natator, zwemmer, is een geslacht van uitgestorven kleine ichthyopterygische mariene reptielen die leefden tijdens het Vroeg- tot Midden-Trias. De fossielen zijn gevonden in British Columbia in Canada.

Geologische informatie[bewerken | brontekst bewerken]

Het enige bekende Parvinatator-fossiel bevond zich in een onbekende horizon van de Sulphur Mountainformatie in een talusafzetting, een puinwaaier, dus de exacte geologische leeftijd is onbekend. De beste schattingen plaatsen het fossiel ergens tussen het Olenekien en Ladinien rond 251-235 miljoen jaar geleden. Andere kleine ichthyosauriërs zijn in de buurt gevonden, waaronder Grippia, Utatsusaurus en Phalarodon.

Historische informatie / ontdekking[bewerken | brontekst bewerken]

Parvinatator wapitiensis werd ontdekt in de Sulphur Mountainformatie in British Columbia, Canada en benoemd door Elisabeth Nicholls en Don Brinkman in 1995. De geslachtsnaam is aan combinatie van het Latijn parvus, 'klein', en natator, 'zwemmer'. De soortaanduiding verwijst naar de herkomst bij het Wapitimeer.

Het enige fossiel dat van dit geslacht is gevonden, het holotype RTMP 89.127.8 is een gedeeltelijke schedel en twee voorvinnen. De schedel is tektonisch vervormd, gedeeltelijk uit elkaar gevallen en gebroken met het achterste gedeelte naar voren gedraaid in de oogkas. De linkervoorvin is goed bewaard gebleven met slechts een kleine overlapping en breuk, terwijl de rechtervoorvin sterk overlapt en gebroken is.

Beschrijving en paleobiologie[bewerken | brontekst bewerken]

Op basis van analyse van de tandgrootte in verhouding tot de schedelbreedte, wordt Parvinatator geschat op minder dan een meter lang, ongeveer dezelfde grootte en algemene vorm als andere basale ichthyosauriërs, hoewel het niet bekend is of Parvinatator een rugvin had zoals Utatsusaurus en Grippia. Evenals andere vroege ichthyosauriërs, gebruikte Parvinatator hoogstwaarschijnlijk een palingachtige laterale lichaamsbeweging voor voortstuwing, bekend als anguiliform. Op basis van de kaakgrootte en tandvorm wordt aangenomen dat Parvinatator zich voedde met kleine vissen en koppotigen, net als andere basale ichthyosauriërs, in tegenstelling tot organismen met een harde schaal zoals weekdieren en kokkels. Ichthyosauriërs hadden meestal grote ogen, wat suggereert dat ze in het donker konden jagen, 's nachts of in diep water. Nadat de niet meer in verband liggende oogkas van de schedel was gereconstrueerd, kwam deze overeen met de geschatte vorm en typische grootte van andere ichthyosauriërs.

Schedel[bewerken | brontekst bewerken]

Het fossiel van de schedel is klein, ongeveer vijftien centimeter breed en tien centimeter hoog. De schedel lag niet meer in verband, en was gebroken en tektonisch vervormd, maar werd gereconstrueerd door Ryosuke Motani, wat leidde tot verschillende verschillen met de oorspronkelijke beschrijving van Nicholls en Brinkman, waaronder de positie van het squamosum, quadratojugale en een gereduceerd supratemporale, het ontbreken van een contact tussen het prefrontale en postfrontale, evenals tussen het jukbeen en quadratojugale (dat eerder werd geïdentificeerd als het squamosum). Andere diagnostische kenmerken van de Parvinatator-schedel zijn als volgt:

  • Het retro-articulaire uitsteeksel, bestaande uit het articulare, surangulare en angulare, is aanwezig en goed ontwikkeld. Er wordt gesuggereerd dat dit een afgeleide eigenschap is voor alle ichthyosauriërs.
  • Het quadratojugale is hoog en smal en bedekt zijdelings het quadratum.
  • Het jukbeen en quadratojugale bezitten diepe onderlinge inkeping tussen hen, in overeenstemming met het ontbreken van een onderste slaapvenster of onderste jukbeenboog zoals bij alle andere ichthyosauriërs.
  • Het postorbitalia is vergroot en overlapt het jukbeen langs de achterkant van de oogkas, waardoor een natuurlijk scharnierpunt wordt gevormd.
  • De oogkas is ovaal van vorm en is langer dan hoog.
  • Het externe neusgat wordt omsloten door de premaxilla, het bovenkaaksbeen en neusbeen, en is gescheiden van een goed ontwikkeld traanbeen.

Voorvin[bewerken | brontekst bewerken]

In tegenstelling tot sommige basale ichthyosauriërs, lijkt de voorvin van Parvinatator goed aangepast voor het leven in het water, hoewel hij waarschijnlijk werd gebruikt voor het beheersen van het stampen in plaats van voor voortbeweging. Op de goed bewaarde linkervoorvin van Parvinatator is de ellepijp zowel in lengte als in breedte verkleind en kleiner dan het spaakbeen. Verschillende botten van de vingers vier en vijf zijn ook samengesmolten.

Fylogenie[bewerken | brontekst bewerken]

Er is enige onenigheid over de exacte positie van Parvinatator onder zijn verwanten. De volgende fylogenie door Motani plaatst Parvinatator met Utatsusaurus als basale ichthyopterygiërs, maar niet als echte ichthyosauriërs.

Ichthyopterygia

Utatsusaurus



Parvinatator


Eoichthyosauria
Grippidia

Chaohusaurus



Grippia



Ichthyosauria

Cymbospondylus




Mixosauria


Merriamosauria

Shastasauria


Euichthyosauria

Toretocnemus




Californosaurus


Parvipelvia

Macgowania




Hudsonelpidia




Suevoleviathan




Eurhinosauria



Temnodontosaurus


Thunnosauria

Stenopterygius




Ichthyosaurus



Ophthalmosauria















Volgens Maisch en Matzke in 2000 is Parvinatator echter een echte ichthyosauriër en meer afgeleid dan Utatsusaurus en Grippia.

Ichthyosauria 

Thaisaurus




Utatsusaurus



 Grippidia 

Chaohusaurus



Grippia





Parvinatator




Quasianosteosaurus


 Hueneosauria 

Mixosauria


 Longipinnati 

Toretocnemidae




Cymbospondylidae



Merriamosauria