Naar inhoud springen

Portaal:Insecten/Uitgelicht/47

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Kevers (Coleoptera) zijn insecten waarbij de voorvleugels veranderd zijn in harde schilden die de achtervleugels bedekken. Ze vormen de grootste orde van de insecten en zijn vanwege het wereldwijde voorkomen en de enorme soortenrijkdom samen met de vlinders een van de weinige insectengroepen die bij het grote publiek bekend is. De schattingen van het aantal keversoorten variëren naargelang van de auteur: van "veel meer dan 300.000 beschreven soorten" tot 500.000 soorten (peildatum 1987), wat overeenkomt met 40% van alle insectensoorten. Men weet dat er nog veel soorten níet beschreven zijn.

In Europa komen zo'n 20.000 soorten voor. In Nederland en België komen ca. 4.000 soorten kevers voor, waaronder veel waterkevers zoals de geelgerande watertor en het schrijvertje. Bekende landkevers zijn de lieveheersbeestjes, de boktorren en de bladhaantjes.

Etymologie[brontekst bewerken]

Het woord kever stamt waarschijnlijk af van het Middelhoogduitse këver of kevere, wat kaak betekent in het Nederlands. Deze naam werd toen wel vaker gebruikt voor ongedierte dat landbouwgewassen aantastte door eraan te knagen, en had derhalve bijvoorbeeld ook betrekking op de sprinkhanen en koolrupsen.

Verder lezen