Randwantsen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Randwantsen
Syromastes rhombeus
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Arthropoda (Geleedpotigen)
Klasse:Insecta (Insecten)
Orde:Hemiptera (Halfvleugeligen)
Onderorde:Heteroptera (Wantsen)
Familie
Coreidae
Leach, 1815
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Randwantsen op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Insecten

Randwantsen (Coreidae) zijn een familie van wantsen, die vooral in de tropen voorkomt, en waarvan de leden een behoorlijke grootte hebben.

Er zijn ongeveer 1900 soorten in ongeveer 267 geslachten bekend. In Europa zijn er 55 soorten vertegenwoordigd, waarvan er ongeveer 20 in Midden-Europa. Vele soorten hebben licht- tot donkerbruin lichaam met een vaak korrelige structuur, waarvan de Engelse familienaam Leather bugs is afgeleid. De naam randwants is vanwege de bij vele soorten sterk verbrede rand van het abdomen (Connexivum).

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Vertegenwoordigers van de randwants variëren sterk in grootte en vorm van het lichaam. Ze zijn 7- 45 mm lang.

Er zijn zeer stevig gebouwde soorten en zeer breekbare, dunne soorten. De vertegenwoordigers van het geslacht Thasus behoren tot de grootste op het land levende wantsen. De meeste randwantsen hebben een stevig, langwerpig elliptisch lichaam.

Hoewel de meerderheid van de dieren onopvallend gekleurd is, zijn er vele randwantsen met levendige, opvallende kleuren. Bij enkele van deze soorten gaat het om waarschuwingskleuren. Dat geldt met name voor de glanzende metallic kleuren van de randwantsen in de tropische regenwouden.

De dijen (femora) en schenen (tibia) van de achterpoten zijn vaak verdikt, plat of bladvormig verlengd. Ook de tweede en derde antennaal segment is vaak verbreed en verbreed plat. De bladvormige verdikte schenen hebben geleid tot een andere Engelse familienaam voor randwantsen. Namelijk leaffooted bug. De enige wants op dit moment in Nederland met zo’n bladvormige verbreding is de, bladpootrandwants, bladpootwants (Leptoglossus occidentalis). Een exoot afkomstig uit Noord-Amerika.

Veel soorten zijn uitgerust met stekels en knobbels. Bijna alle soorten zijn langvleugelig (macropteer). Korvleugelige (brachypteer) soorten zijn heel zeldzaam. De kop is relatief klein vergeleken met de grootte van de dieren.

Verspreiding[bewerken | brontekst bewerken]

De randwantsen zijn wereldwijd verspreid. Maar hebben hun belangrijkste verspreidingsgebied in de tropen en subtropen. Daar komen ook de grootste soorten en opvallend gevormde soorten voor.

Leefwijze[bewerken | brontekst bewerken]

Randwantsen zijn planteneters (fytofaag). Veel soorten voeden zich met een bepaalde groep planten of zelfs met één soort pant. Andere randwantsen voeden zich met veel verschillende plantensoorten (polyfaag).

Er zijn ook voor de mens schadelijke soorten. Bijvoorbeeld de 'squash bug' (Engels voor moeswants), of Anasa tristis. Deze soort tast soorten uit de komkommerfamilie aan door een giftige stof te injecteren tijdens het zuigen van sappen, waardoor bladeren verwelken en een plant (met name jonge of kleine planten) kunnen sterven.

Voorbeelden van buiten Europa levende randwantsen[bewerken | brontekst bewerken]

Taxonomie[bewerken | brontekst bewerken]

William Elford Leach heeft de familie voor het eerst beschreven in 1815 en maakte onderfamilies van de nu zelfstandige families van kromvoelerwanten ( Alydidae ) en glasvleugelwantsen, knotswantsen (Rhopalidae). Tot op dit moment is de verdeling in geslachtengroepen (tribes) een punt van discussie.

Alle in Nederland voorkomende randwantsen[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Bron[bewerken | brontekst bewerken]

Het leven der dieren, deel II, blz. 211 in de tweede druk. Auteur van dit onderdeel: Peter Rietschel.