De Slag bij Beth Horon in 66 na Chr., waarbij 6000 Romeinse soldaten het leven lieten, zal de belangrijkste aanleiding zijn voor de Joodse Oorlog (66-70)
Samen met de Legio XII Fulminata rukte Gaius Cestius Gallus op naar Jeruzalem, maar verder dan de Tempelberg geraakte hij niet. Gallus vatte het plan op zich terug te trekken tot aan de kust en te wachten op versterking. Ter hoogte van de bergpas Beth Horon liep het Romeinse leger in de val, 6000 soldaten lieten het leven.
Overmoedig riepen de joden de onafhankelijkheid uit. De kiem van de Joodse Oorlog was gezaaid. In 70 werd de Joodse tempel met de grond gelijk gemaakt.