Op 26 mei1929 vonden er verkiezingen in België plaats. Na de vorige verkiezingen slaagden Katholieken en Socialisten erin een regering te vormen. De zakenwereld was tegen een dergelijk kabinet en zorgde er zo mee voor dat het ten val kwam. Daarop ontstond opnieuw een Katholiek-Liberaal kabinet, namelijk de regering-Jaspar II, dat na de verkiezingen van 1929 onder de naam Jaspar III werd verdergezet.
Opmerkelijk is de achteruitgang van de socialisten, die 70 zetels overhouden en het succes van de fronters, die met hun 11 zetels weliswaar een kleine partij bleven. In Luik was op de Socialistische lijst Lucie Dujardin verkozen, de eerste vrouw die in de kamer zetelde. Een belangrijk strijdpunt tijdens de verkiezingen was de taalkwestie voor de regering Jaspar.