In 2005 werd vastgesteld dat Bell darmkanker had, waarvoor hij geopereerd werd. Zijn moeder is aan diezelfde ziekte overleden. Op 5 januari 2021 overleed de voormalig voetballer op 74-jarige leeftijd.[1]
Bell begon zijn carrière bij Bury, waar hij al snel uitgroeide tot aanvoerder. Na tweeënhalf jaar stapte de middenvelder over naar Manchester City, dat destijds getraind werd door Joe Mercer. In het seizoen 1965/66 hielp hij zijn nieuwe club direct aan de titel in de Second Division, waardoor de club promoveerde naar het hoogste niveau. In het tweede jaar na de promotie lukte het om landskampioen te worden. Bell groeide uit tot een van de sterkhouders van Manchester City en verwierf ook een plek in het Engelse nationale elftal. In november 1975 raakte de middenvelder zwaar geblesseerd aan zijn rechterknie tijdens een bekerwedstrijd tegen stadsgenoot Manchester United.[2] Door deze blessure moest hij het gehele seizoen 1976/77 aan zich voorbij laten gaan. Na zijn terugkeer was hij niet meer op zijn oude niveau en in de zomer van 1979 liet hij Manchester City achter zich. In 1980 tekende hij voor San Jose Earthquakes, waarvoor hij vijf wedstrijden speelde voor definitief een punt achter zijn loopbaan te zetten.
Zijn debuut in het Engels voetbalelftal maakte Bell op 22 mei 1968, toen met 3–1 gewonnen werd van Zweden. Namens Engeland scoorden Martin Peters, Bobby Charlton en Roger Hunt, waarna Rolf Andersson wat terugdeed. Bell mocht van bondscoach Alf Ramsey in de basis beginnen en hij speelde het gehele duel mee. De andere debutant dit duel was doelman Alex Stepney (Manchester United).[3] In 1969 maakte de middenvelder zijn eerste doelpunten voor de nationale ploeg. Op 12 juni van dat jaar opende hij de score in een oefenwedstrijd tegen Brazilië, dat uiteindelijk met 2–1 wist te winnen.[4] In zijn volgende interland, op 5 november 1969, zorgde hij zes minuten voor tijd voor het enige doelpunt tegen Nederland (0–1).[5] In 1970 werd hij opgenomen in de Engelse selectie voor het wereldkampioenschap in Mexico. Hier speelde hij mee in drie wedstrijden, waaronder de verloren kwartfinale tegen West-Duitsland (2–3). Eind 1975 speelde Bell zijn achtenveertigste en laatste interland. Hij kwam tot negen doelpunten.