Naar inhoud springen

Gebruiker:Chescargot/WILP Diversen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Beschrijving kasteel[bewerken | brontekst bewerken]

Kanttekeningen[bewerken | brontekst bewerken]

Op basis van de drie tekeningen in de infobox, de kaarten uit 1551 en 1832 en andere hulpmiddelen (HisGIS, GoogleEarth, etc), maak ik de volgende observaties:

‘’Kwaliteit tekeningen’’ Omdat de tekentechniek zo verschillend is in de drie plaatjes is niet goed te zien hoe waarheidsgetrouw deze tekeningen zijn. Die van 1718 suggereert een pittoresk kasteel rijkelijk gevuld met duidelijk gedefinieerde bouwvolumes: een naar voren uitstekende toegangsgebouw, met ranke torens aan weerszijden. Een hoofdgebouw op de achtergrond dat een volle dakhoogte boven de rest uitsteekt en met een terras of schoorsteenlijn aan de westzijde en diverse dwarsgebouwtjes aan de noordzijde.

Die van Tavenier (1730) bevat diverse fouten waardoor het Escheriaans doet voorkomen: Zo sluiten de dakvlakken van het noordooster volume niet op elkaar aan in de nok. De hoogste toren lijkt op een lijn te liggen met de toegangspoort, maar ook de nooroostelijke bouwvolume ligt op een lijn met de toegangsvolume.

De tekening van annoniem (1730) lijkt het betrouwbaarst, simpelweg omdat als je zo’n bijna fotografisch realistische tekening maakt, (perspectivische) fouten veel sneller zichtbaar zijn.

Ligging: het slot lag aan een voormalige loop zichtbaar op de kaart van 1551 en er was een gracht rondom gegraven, zoals taluten op kaart van 1832 suggereren. Deze gracht werd gevoed door de rivier. Het kasteel werd over een pad benaderd dat overeenkomt de huidige Dorpsstraat. Het komt uit het dorp en maakt dan een knip naar rechts (zuiden), waarbij het voorlangs de toenmalige gracht en blinde muur v.h. slot naar de ingang liep. De ingang van het slot was ergens ten noorden van de huidige boerderij.

‘’Ontwerp slot:’’  De teksten suggereren dat het een versterkt slot betreft en dat blijkt ook uit de tekeningen van 1730: weinig en hooggelegen kleine ramen en voordeur.

Bouwgeschiedenis:  i.i.g. is duidelijk dat na 1718 het lage deel met blinde muur aan de zuidzijde is toegevoegd.

‘’Schaal:’’ de drie tekeningen lijken qua schaal enigszins met elkander te overeenkomen. Kennelijk was het een kleine krappe slot: de ingang was bereikbaar door een brug van anderhalf maximaal twee meter breed. De 'voordeur' in de tekeningen van 1730 was nauwelijks groter dan de voordeur zoals wij die kennen in onze hedendaagse huizen. Hiermee is de totale grootte van het kasteel in te schatten.

Beschrijving[bewerken | brontekst bewerken]

Het kasteel lag ten oosten van het dorpje Wilp, gelegen tegen de Oude IJssel, een toenmalige strang van de IJsel. Het was bereikbaar via een west-oost lopende weggetje vanuit het dorp - thans de Dorpsweg – die via een knik naar het zuiden langs de kasteelgracht naar de loopbrug van het kasteel liep. Deze houten loopbrug van tussen de 1.5 en 3 meter breed en 15 meter lang gaf over het grachtenwater toegang tot het kasteel.

De versterkte waterburcht was eenvoudig en solide met weinig en relatief kleine ramen in massieve muren. Het was gebouwd op een terp aan de westelijke oever van de toenmalige strang, met een uitgegraven gracht aan de noord- en westzijde en open water aan de zuidzijde, gevoed door de Oude IJssel.

De zware houten deur in de westelijke toegangspoort was relatief klein: tussen 1 en 2.5 meter breed en 2 en 3 meter hoog. Boven de deur bevond zich een elliptisch raam of wapen. Getuige de ramen en het dakkapelletje bevatte het poortgebouw, inclusief het dak en begane grond, vermoedelijk vier verdiepingen. De poort was ca. 6-12 meter breed en 15 meter hoog, vanaf de begane grond gemeten. Het was gekapt met een schilddak. Aan weerszijden van deze poort bevonden zich twee torens met klokvormige daken. Deze torens functioneerden mogelijk als trappenhuis naar torenkamers en de naastgelegen gebouwen. Mogelijk maakten ze deel van de massa van de toegangspoort, mogelijk waren het onafhankelijke torens die de belendende bouwmassa’s zijdelings verbonden.

Het kasteel bevatte achter de toegangspoort een binnenplaats met aan de oostzijde de grootste toren met een piramidedak en een zuidelijk uitloopterras die de rivieren en contreien konden overzien. Aan weerszijden van de binnenplaats bevonden zich enkelbeukige bouwmassa's. De beuk aan de noordzijde had twee verdiepingen en overzag met de kopse gevel het kleine haventje in de noordelijke gracht. Dit gebouw was met een stevige buitenmuur nog eens verlengd langs de westelijke en noordelijk gracht.

Het slot werd mogelijk gecompleteerd met een drietal andere bouwvolumes die de binnenplaats omsloten.

Bronnen[bewerken | brontekst bewerken]

Adele familie van Wilp[bewerken | brontekst bewerken]

Van Wilp was een geslacht van edelmannen en ridders met grote invloed in de Gelderse regio. De generaties hielden huis in het stamslot Wilp van de 12e eeuw to 1505, toen de laatste mannelijke telg met de achternaam Van Wilp kwam te overlijden.

De Van Wilpen hadden de gewoonte de voornaam Evert aan elke mannelijke opvolger over te dragen. Dit maakt onderscheid tussen de vele achtereenvolgende 'Evert van Wilp'en niet eenvoudig. Een lid van de familie had de omstreeks 1350 de helderheid van geest zich daarom een ander achternaam aan te meten: Evert van Oije.[1]


Evert van Wilp (?–?) was in 1436 knape op de Veluwe, hij was in het bezit van de tienden van Wilp en Aarderbroek en in 1436 eveneens gedeputeerde van Veluwe. Wanneer hij in dat jaar opgeroepen wordt voor een landdag te Nijmegen, blijkt hij op jacht te zijn. In 1445-1446 behoort hij tot degenen, die vee lieten weiden in de Ossenweerd bij Zutphen. In 1446 wordt hij ridder en raadsvriend van de hertog genoemd. In 1459 is hij met tegenzin gedeputeerde van de Veluwse ridderschap. In deze tijd verblijft hij op het Huis te Wilp. In 1472 werd hij uitgezonderd van de verzoening met Bourgondië. Doch nà 1473 werden zijn relaties met Bourgondië weer zo goed, dat hij dan in Bourgondische dienst getreden blijkt te zijn, en dientengevolge in zijn pandbezit werd bevestigd. Hij was na 1475 adviseur en kamerling van Hertog Karel van Bourgondië aka Karel de Stoute.[2]

Lubbert van Keppel

De laatste mannelijke telg uit het geslacht van Wilp overlijdt in 1505 ongehuwd.

Bronnen en referenties[bewerken | brontekst bewerken]

Bronnen

Referenties

  1. Oije 1870:4
  2. Kalveen 1965: 291, voetnoot 3.2