Atletiek is een oude sport waar de sporters (atleten) individueel of in groepen (estafette) moeten presteren. Atletiek wordt zowel op de weg als op een atletiekbaan beoefend. Atletiek wordt wel 'de moeder der sporten' genoemd omdat het de menselijke basisbewegingen (lopen, springen, werpen) omvat.
Atletiekbanen zijn meestal ovaal gevormd en 400 meter lang, indoorbanen zijn veelal 200 meter lang. Op het middenterrein worden de werp- en springonderdelen beoefend. Er zijn banen van gras, kunststof en gravel.
Atletiek is een sport die oorspronkelijk nauw verbonden was met de Griekse klassieke Olympische Spelen, die vanaf 776 voor Christus om de vier jaar gehouden werden als onderdeel van een feest ter ere van de god Zeus.
Miltiadis Tentoglou (18 maart1998) is een Grieksatleet, die gespecialiseerd is in het verspringen. Hij vertegenwoordigde zijn land bij een aantal grote internationale wedstrijden. Hij nam tweemaal deel aan de Olympische Spelen en won bij de tweede gelegenheid een gouden medaille.
Biografie
Eerste successen als junior
Tentoglou nam op zijn zeventiende voor het eerst deel aan een internationaal kampioenschap, de wereldkampioenschappen voor atleten tot achttien jaar in het ColombiaanseCali. Hij werd er vijfde met een sprong van 7,66 m. Een jaar later verbeterde hij die prestatie in de oudste junioren-categorie al aanzienlijk door bij de wereldkampioenschappen U20 te Bydgoszcz in Polen met een verste sprong van 7,91 het zilver voor zich op te eisen. Slechts de CubaanMaykel Massó was met een sprong van 8,00 nog wat te sterk voor hem. Overigens had de Griek zich toen al ruimschoots gekwalificeerd voor de Olympische Spelen van 2016, door op 28 mei in Kalamáta een sprong van 8,19 voor zich te laten optekenen. In Rio de Janeiro, waar de Spelen plaatsvonden, wist hij zijn eerdere goede vorm niet vast te houden, want daar kwam hij met een beste sprong van 7,64 niet voorbij de kwalificatieronde.
In 2017, zijn laatste jaar bij de junioren, veroverde Tentoglou zijn eerste nationale titel bij de senioren; hij deed dit door met een sprong van 8,30 gelijk maar een Grieks juniorenrecord te vestigen.
12 juni – Op de laatste dag van de EK in Rome houden de Belgische en Nederlandse ploegen elkaar in evenwicht. Want voor beide landen worden er drie medailles aan het reeds veroverde totaal toegevoegd, vrijwel allemaal in de verschillende estafettefinales en in beide gevallen ook nog eens in alle beschikbare kleuren: goud, zilver en brons. Op de 4 × 400 m estafette voor vrouwen zetten Lieke Klaver, Cathelijn Peeters, Lisanne de Witte en Femke Bol naar verwachting weliswaar de toon met een klinkende overwinning in 3.22,39, maar kort daarachter vieren Naomi Van Den Broeck, Imke Vervaet, Cynthia Bolingo Mbongo en Helena Ponette een klein feestje, nadat zij – na in het verleden zo vaak vierde te zijn geworden – ditmaal het brons uit de strijd slepen. De Belgische Cheetas doen dat in 3.22,95, pal achter Ierland dat in 3.22,71 een nationaal record vestigt. Bij de mannen lopen op dit onderdeel de Belgische Tornados soeverein naar het goud, maar die hebben dat in het verleden wel vaker gedaan. Ditmaal bestaat dit team uit Jonathan Sacoor, Robin Vanderbemden, Dylan Borlée en Alexander Doom, die de zege zeker stelt in 2.59,84. Op de 4 × 100 m estafette loopt bij de mannen het Nederlandse viertal Elvis Afrifa, Taymir Burnet, Xavi Mo-Ajok en Nsikak Ekpo naar het zilver in 38,46 s, maar die hadden dat liever nog iets sneller gedaan om zeker te zijn van deelname aan de OS in Parijs. Op de 1500 m weet Jochem Vermeulen achter de ongenaakbare winnaar Jakob Ingebrigtsen voor België het zilver te bemachtigen in 3.33,30. Landgenoot Ruben Verheyden valt met 3.33,40 net buiten het podium, want de ItaliaanPietro Arese finisht in 3.33,34 nog net tussen hen in. Op de 4 × 100 m bij de vrouwen is het ten slotte het Nederlandse viertal Nadine Visser, Marije van Hunenstijn, Minke Bisschops en Tasa Jiya, dat in 42,46 s het brons uit het vuur sleept, nadat Jiya de voor haar liggende Zwitserse slotloopster vrijwel op de streep weet te achterhalen. En zo eindigt Nederland in het medailleklassement met 12 medailles, waarvan driemaal goud, op de zesde plaats, direct gevolgd door België als zevende met 6 medailles, waarvan de helft goud. Kortom, voor beide landen een gedenkwaardig EK.
11 juni – Op de voorlaatste dag van de EK verovert de Nederlandse equipe, net als op de eerste dag, drie medailles en opnieuw verschillen zij alle drie van kleur. Femke Bol is, zoals verwacht, bij de vrouwen op de 400 m horden een klasse apart en finisht als eerste in 52,49 s, waarmee zij de beste jaarprestatie van Sydney McLaughlin-Levrone van 52,70 s verbetert. Verrassender is hier de bronzen plak voor Cathelijn Peeters, die 54,37 s over de horden doet. Het meest verrast echter Diane van Es, die op de 10.000 m de gehele race vooraan is te vinden, wat haar een zilveren medaille oplevert in de persoonlijke recordtijd van 30.57,24. België moet het deze dag zonder medailles stellen, maar de ‘Belgian Falcons’, de 4 × 100 m estafetteploeg bij de mannen, loopt wel een Belgisch record. Kobe Vleminckx, Ward Merckx, Antoine Snyders en Simon Verherstraeten laten namelijk 38,55 s voor zich registreren en dat is 0,13 seconde sneller dan wat hetzelfde viertal in april in Willemstad (Curaçao) liep. Het is overall de vijfde tijd en dus kwalificeren zij zich hiermee voor de finale.
10 juni – Na een dag zonder medailles voor zowel België als Nederland halen op de vierde dag van de EK in Rome beide landen hun schade in. Aan de 400 m mannen houden ze allebei een medaille over, waarbij vooral de overwinning van Alexander Doom in 44,15 s er uitspringt. De Belg scoort met die tijd niet alleen een Belgisch-, maar ook een kampioenschapsrecord. In zijn kielzog slaagt Liemarvin Bonevacia erin om op de laatste 100 meter vanuit ogenschijnlijk kansloze positie zich op te werken naar het brons in 44,88 s. Dit gaat wel ten koste van Jonathan Sacoor, die nu als vierde eindigt in 44,98 s! Bij de vrouwen evenaart Lieke Klaver op deze afstand de prestatie van haar landgenoot en verovert eveneens het brons in 50,08 s. Beide Nederlanders zien dit succes als een revanche op het -in hun ogen- mindere optreden tijdens de gemengde 4 x 400 m estafette. Bonevacia is intussen met zijn 44,88 s veruit de beste Europese 35-plusser ooit.
... de wereldtitel van de Nederlandse vrouwen op de 4 × 400 m estafette, vorig jaar in Boedapest, de eerste was van een Europese ploeg sinds 2005, toen een Russisch team had gewonnen? Daarna waren het de Amerikaanse (zevenmaal) en Jamaicaanse (eenmaal) ploegen die in deze discipline steeds met de eer gingen strijken.