Fairfield (plantage)
Fairfield | |
Land | Suriname |
Waterlichamen | Commewijnerivier |
Produceert | suikerriet |
Beschreven op | www.surinameplantages.com |
Fairfield of Fayerfieldt is een voormalige suikerplantage aan de Commewijne (rivier) in de kolonie Suriname. In Sranantongo werd ze Mac-Intosu genoemd, naar de Schotse eigenaar.
Plantage[bewerken | brontekst bewerken]
De plantage was gelegen aan de Boven-Commewijne rechts in het opvaren; grenzend stroomopwaarts aan de suikerplantage Ostage, stroomafwaarts aan suikerplantage Vossenburg.
Op deze plantage richtte de Evangelische Broedergemeente (EBG) in 1778 een kerkgebouw op.
In 1819 was de plantage 2.415 Surinaamse akkers groot, ongeveer 1.037 hectare. Er werd suikerriet verbouwd.
Eigendomssituaties[bewerken | brontekst bewerken]
(naar jaar)
- 1737: H. Makentosch
- 1770: Erven Makkentasch
- 1793: Th. Palmer
- 1819: Famille Palmer
- 1827: Erven F. Palmer
- 1834: Hendrik Kamerling
- 1863: Erven Kamerling, wonende in Paramaribo en in Europa
Emancipatie[bewerken | brontekst bewerken]
Bij de afschaffing van de slavernij in Suriname in 1863 werden op Fairfield 72 slaven vrijgemaakt, waarbij 25 nieuwe familienamen werden geboekstaafd, te weten:
Banks, Bergtop, Brug, Eede, Greenfield, Grijs, Hiel, Kuit, Lepelblad, Moor, Nijl, Park, Ram, Remak, Ruimzigt, Sandaal, Schoonhard, Stamperen, Stak, Stooter, Struik, Stijl, Valbrug, Voorzorg, Zandberg
Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]
Bronnen, noten en/of referenties
|