Bij aanvang van de etappe ontsnapte Luis Ángel Maté. Het peloton rekende hem snel in. Direct kwam er een nieuwe aanval met Kenneth Vanbilsen, Perrig Quéméneur en Daniel Teklehaimanot. Deze drie renners hadden een maximale voorsprong van 12,5 minuten op het peloton. Na de tussensprint reed Thomas Voeckler door, maar hij slaagde er niet in het gat met de kopgroep te dichten. Teklehaimanot kwam op alle drie klimmetjes als eerste boven, en haalde daarmee voldoende punten om de bolletjestrui over te nemen van Rodríguez.
12,5 kilometer voor de finish reed Vanbilsen weg bij zijn beide medevluchters. Met nog 3 kilometer te gaan werd hij door het peloton ingerekend. In de klim voor de finish was er een valpartij waarbij Tony Martin een sleutelbeen brak. Hij reed de etappe nog uit, maar zou de volgende dag niet meer van start gaan. Ook Vincenzo Nibali, Nairo Quintana en Tejay van Garderen waren betrokken bij deze val. Door deze val kwam een kleine groep los. Zdeněk Štybar ontsnapte uit deze groep, en won de etappe. Achter hem won Peter Sagan de sprint voor de tweede plaats.