In deze Tour de France werden alle vijf bergketens van Frankrijk bezocht: na de Pyreneeën en het Centraal Massief, en voorafgaand aan de Alpen en de Vogezen, was het Jura-gebergte aan de beurt. Na een vlakke aanloop was er na bijna 90 kilometer een tussensprint in Hauteville-Lompnès. Na een afdaling van het Plateau van Hauteville volgde een vlak stuk van ongeveer tien kilometer voordat het slotakkoord op de Franse nationale feestdag Quatorze Juillet op het programma stond met de ruim zeventien kilometer lange beklimming van de Col du Grand Colombier, een berg van de buitencategorie.
Na 22 kilometer fietsen reden er twee renners weg uit het peloton, de Fransman Pierre Latour en de Noor Jonas Abrahamsen. Zij kregen even verderop gezelschap van andere vluchters. De kopgroep die zo ontstond bestond uit ongeveer twintig renners. Na 50 kilometer hadden de koplopers een voorsprong van één minuut en twintig seconden op het peloton, dat werd aangevoerd door de ploegmaten van Tadej Pogačar. De tussensprint bij Hauteville-Lompnes werd gewonnen door de Nederlander Mike Teunissen voor de Sloveen Matej Mohorič. Kort voor het begin van de Col du Grand Colombier had de kopgroep vier minuten voorsprong op het peloton.
Zodra de klim van de Col du Grand Colombier begon viel de Fransman Quentin Pacher aan en nam alleen de leiding. Met nog 12,3 kilometer te gaan kreeg Pacher gezelschap van drie renners: de Belg Maxim Van Gils, de Engelsman James Shaw en de Colmbiaan Harold Tejada. De Pool Michał Kwiatkowski verraste het leidende trio door ineens van achteren aan te vallen. Met nog 7 kilometer te gaan had Kwiatkowski vijftig seconden voorsprong op de achtervolgers en drie minuten en twaalf seconden op de groep gele trui. Met nog 2 kilometer te gaan had de Pool één minuut en negen seconden voorsprong op de achtervolgers en één minuut en achtenvijftig seconden op de groep gele trui.
Hij won solo voor de Belgische renner Maxim Van Gils (de enige andere overgebleven renner van de kopgroep) en pakte zijn tweede overwinning in de Ronde van Frankrijk na zijn eerste etappewinst in 2020. Op de derde plaats versloeg Tadej Pogačar Jonas Vingegaard in de sprint en eindigde met vier seconden winst plus nog eens vier bonificatieseconden, de Deen behield wel zijn gele trui met negen seconden voorsprong.