Door de sterke bodemvorming is de bovengrond kleiig zand geworden. Het verschil in lutumgehalte tussen de E- en de Bt-horizont (briklaag) kan in sterk ontwikkelde profielen zeer groot zijn, wat samengaat met rode kleuren van de bodemlagen. Door voortgaande bodemvorming heeft zich in de lichte bovengrond (E) soms een zwakke moderpodzol ontwikkeld. In oudere literatuur wordt naar de rooibrikgronden gerefereerd als hoge bruine lichte rivierleemgronden.
licht geelbruin, uiterst humusarm, kleiarm, zeer sterk lemig, matig fijn zand; de horizont bestaat uit een aantal banden met ingespoelde klei waartussen zich C-horizont materiaal bevindt (een banden-B)
Bakker, H. de en J. Schelling, 1989 - 2e gew. druk bewerkt door J. Brus en C. van Wallenburg. Systeem voor de bodemclassificatie voor Nederland, de hogere niveaus. Pudoc, Wageningen. [1]