De Tweede Kamerverkiezingen 1848 waren verkiezingen voor de NederlandseTweede Kamer. Zij werden gehouden op 30 november 1848.
In 1848 was de Grondwet gewijzigd. De leden van de Tweede Kamer werden nu rechtstreeks gekozen door de kiesgerechtigde bevolking.[1] Tevens werden kiesdistricten ingesteld; een Kieswet, die in 1850 in werking trad, regelde voortaan de details.
In afwachting van deze Kieswet bevatte de Grondwet een voorlopig kiesreglement, zodat de eerste directe verkiezingen al in november 1848 konden plaatsvinden.
In 1848 werd Nederland verdeeld in 68 enkelvoudige kiesdistricten.[2] Het absolute meerderheidsstelsel was van kracht, waarbij een kandidaat in de eerste ronde de absolute meerderheid van de stemmen moest behalen om gekozen te worden; behaalde geen der kandidaten deze meerderheid, dan volgde een tweede ronde tussen de twee hoogst geëindigde kandidaten.
↑Tot 1848 werd de Tweede Kamer gekozen door de Provinciale Staten die op hun beurt waren samengesteld uit vertegenwoordigers van de ridderschap, de steden en het platteland.
↑Amsterdam telde vijf kiesdistricten, Rotterdam en Den Haag ieder twee
Periodieke verkiezingen werden in de periode 1850-1888 gehouden in een kiesdistrict waar de zittingstermijn van een lid (vier jaar) afliep. Gemiddeld was bij periodieke verkiezingen de helft van de Tweede Kamerleden aftredend. Bij algemene verkiezingen in deze periode, na ontbinding van de Tweede Kamer, werden alle Kamerleden opnieuw gekozen, evenals bij alle verkiezingen vanaf 1888.