Aanvankelijk stonden de wereldkampioenschappen een week eerder gepland in de Turkmeense hoofdstad Asjchabad,[2] maar werden vanwege de coronapandemie verplaatst naar Roubaix.[3]
Nederland voldeed niet aan de eis om te hebben deelgenomen aan minimaal één wedstrijd in de Nations Cup. De teamsprinters bij de mannen en de vrouwen in de koppelkoers mochten als titelverdedigers wel starten en ook individuele renners kregen dispensatie van de UCI, maar Nederland mocht niet deelnemen aan de teamsprint voor vrouwen en koppelkoers voor mannen, ondanks dat het op beide onderdelen de Europese titel wist te veroveren, twee weken voor het WK.[5]
De Nederlandse selectie[6] voor het wereldkampioenschap zag er als volgt uit: