Gebruiker:Haagschebluf/Kladblok/Top 100 van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Internationaal kenteken: Blauw-witte schildje

De Lijst 'Top 100' onroerende objecten' is een rangschikking van onroerende monumenten opgenomen in de brochure Cultuurbescherming in buitengewone omstandigheden van het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (1982-1994) van september 1991.[1] Naast de 'Top 100' lijst onroerende objecten bevat de brochure een lijst 'Top 10' overige objecten.[2]

De brochure was bedoeld voor eigenaren en beheerders van cultuurgoederen die zijn voorzien van het internationale kenteken (het bekende blauw-witte schildje)[3], voor de provinciale en gemeentebesturen, de regionale en lokale rampenbestrijdingsdiensten, voor het Nationaal Territoriaal Commando (NTC), de Provinciaal Militair Commandant (PMC) en voor de ambtenaren belast met rampenbestrijding en het beheer en toezicht op de monumenten. Kortom voor iedereen die betrokken is bij de instandhouding van het cultuurbezit als er zich buitengewone omstandigheden, zoals internationale spanningen en nood-en rampsituaties, voordoen.

Nederland had zich in 1959 internationaal verplicht ter uitvoering van het Verdrag van 's-Gravenhage uit 1954 passende maatregelen te nemen en middelen beschikbaar te stellen. Daartoe werd de Inspectie Cultuurbescherming (ICB) opgericht, dat onder het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (WVC) viel. Tot eind jaren tachtig vorige eeuw was de bescherming van cultuurgoed geregeld onder Cultuur Bescherming in Buitengewone Omstandigheden (CBBO) in de stijl van de Bescherming Bevolking (BB). Het CBBO steunde op zowel militaire als een civiele organisatie, in tegenstelling tot de ICB die bestond uit een codinator en vrijwilligers. Het rijksbeleid in begin jaren negentig richtte zich hoofdzakelijk op rampen die zich in vredestijd voor konden doen.

Inhoud van de brochure[bewerken | brontekst bewerken]

In de brochure van 1991 stelde de Coördinator Cultuurbescherming van het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur zich een aantal vragen.

Wat wordt er beschermd?[bewerken | brontekst bewerken]

Wie verzorgt de cultuurbescherming?[bewerken | brontekst bewerken]

Waartegen wordt beschermd?[bewerken | brontekst bewerken]

De Top 100 was een selectie uit de monumenten die gerechtigd zijn tot het voeren van het internationaal kenteken behorende bij de Conventie van Den Haag van 1954  en was onderdeel van het toenmalige beleid voor cultuurbescherming in buitengewone omstandigheden. De lijst had, hoewel gepubliceerd als UNESCO "Top 100" onroerende objecten, niets te maken met de Werelderfgoedlijst van UNESCO.
Voor de objecten op de lijst kon een beroep worden gedaan op extra geld voor beveiligingsmaatregelen.
Het jongste gebouw op de lijst is de Van Nellefabriek te Rotterdam uit 1931. Nadien zijn er ook Top-100-lijsten van nieuwere gebouwen opgesteld, uit de wederopbouwperiode. In 2007 is een lijst vastgesteld met gebouwen uit de jaren 1940-1958 en in 2013 van monumenten uit de periode 1959-1965.
Bij de onderstaande Top 100 hoort ook nog een lijst van het belangrijkste glas in lood, luidklokken en orgels (top 10-lijsten)

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Lijst (alfabetisch naar plaats)[bewerken | brontekst bewerken]

... ... ...