Iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen daden.
been
Het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen.
Voor sommige mensen is het moeilijk om aardig te blijven als ze veel succes en geld hebben.
beer
Je moet de huid niet verkopen voor de beer geschoten is.
Men moet zich niet beroemen op zijn succes voor men het behaald heeft.
Ook: Je moet geen dingen toezeggen (beloven) die nog niet van jou zijn.
begin, beginnen
Een goed begin is het halve werk.
Een goed voorbereid begin is van doorslaggevende betekenis voor de kans op succes.
(Goed) begonnen is half gewonnen.
Wat niet aangevangen wordt komt ook nooit af.
Wanneer het begin van iets goed is, is de kans groter dat het goed eindigt.
belofte
Belofte maakt schuld.
Als men iets heeft beloofd, dan heeft men ook de plicht dit vervolgens ook uit te voeren.
beloven
Veel beloven en weinig geven, doet de zotten in vreugde leven.
Je kunt normale mensen niet aan het lijntje houden door hun voortdurend iets te beloven en de belofte nooit daadwerkelijk in te lossen; uiteindelijk zullen alleen gekken je beloftes nog voor waar aannemen.
berg
Als de berg niet naar Mohammed komt dan moet Mohammed naar de berg komen.
Als iemand niet naar jou komt dan zul jij naar de ander moeten gaan; als een ander geen initiatief neemt, moet je het zelf maar doen.
bewaren
Wie wat bewaart, die heeft wat.
Het bewaren van zaken kan op lange termijn voordelig blijken te zijn.
bezem
Nieuwe bezems vegen schoon.
Nieuwe medewerkers (of: nieuwe leiders) pakken de zaken grondig aan.
Nieuwe bezems vegen schoon, maar oude bezems kennen alle hoeken en gaten.
Nieuwe medewerkers (of: nieuwe leiders) pakken de zaken grondig aan, maar oude medewerkers (of: oude leiders) weten hoe het moet op grond van ervaring.
bezinnen
Bezint eer ge begint.
Denk goed na voor je ergens aan begint.
bezoek
Bezoek brengt altijd vreugde aan, zo 't niet bij het komen is, dan bij het gaan.
Hij wenst uitsluitend gerechten te nuttigen die hij reeds kent.
Ook: Hij heeft weinig ondernemingszin. Schrik hebben voor het onbekende.
Als de vos de passie preekt, boer pas op je ganzen/kippen.
Waarschuwing tegen een mooipratende bedrieger.
Boeren en varkens worden knorrend vet.
Een boer die klaagt heeft daar wellicht geen reden toe.
Een boer met kiespijn lacht niet.
Mensen met pijn kunnen moeilijker ontspannen.
Ook: Wie meelacht met anderen, zonder zelf een reden tot lachen te hebben. Lachen als een boer met kiespijn (herkomst).
Wanneer de boeren niet meer klagen, nadert het einde der dagen.
Boeren klagen altijd.
Als een boer niet zwemmen kan, ligt het aan het water.
Hij heeft altijd wel een verklaring waarom hem iets niet lukt.
bok
Een oude bok lust nog wel een jong/groen blaadje.
Een oude man is nog wel seksueel geïnteresseerd in een jong meisje.
boom
Hoge bomen vangen veel wind.
Mensen in een hoge positie krijgen veel commentaar op hun doen en laten.
De appel valt niet ver van de boom.
Het kind lijkt qua gedrag op zijn/haar ouder.
Aan een boom zo vol geladen, mist men een twee pruimpjes niet. (Naar Hieronymus van Alphen.)
Als er van iets grote hoeveelheden zijn, kan er wel wat gemist worden.
Waar de boom gevallen is, blijft hij liggen.
Gedane zaken nemen geen keer.
Boompje groot, plantertje dood.
Sommige dingen hebben effecten die je niet kunt voorzien.
Bomen ontmoeten mekaar niet, mensen wel.
De kans dat je iemand toevallig tegenkomt is groot.
boon
Boontje komt om zijn loontje.
Iemand die iets slechts gedaan heeft zal daarvoor uiteindelijk zijn verdiende straf krijgen. (Wordt meestal gebruikt op het moment dat deze straf zich voltrekt.)
Wie boter op het hoofd heeft, moet uit de zon blijven.
Je moet anderen niet iets verwijten, als je het zelf niet goed doet.
Boter bij de vis.
Bij een aankoop moeten geld en goederen tegelijk overgestoken worden.
Vuile boter, vuile vis.
Zonder goed gereedschap bereik je geen goede resultaten.
Men kan niet boteren wanneer men wil.
Men moet zijn tijd afwachten.
(Historisch: Om te karnen moet men uiteraard voldoende melk of room hebben en moet men ook laten zuren. Men kan dus niet altijd boteren, d.i. boter maken, wanneer men wil.)
branden
Wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten.
Ook: Wie zijn gat verbrandt, moet op de blaren zitten.
Wie een misstap doet, moet de gevolgen ervaren.
breed
Wie het breed heeft, laat het breed hangen.
Wie rijk is, zal veel geld uitgeven.
breien
Zelfs de beste breister laat weleens een steekje vallen.
Ook al kan iemand iets heel goed, hij (of zij) zal ooit weleens een fout maken; dat is vergeeflijk.
bril
Wat baten kaars en bril als de uil niet zien en wil.
Men moet er niet van uitgaan dat de loop van een onderneming onveranderd goed blijft.
dak
Men moet het dak repareren als de zon schijnt
In goede tijden moet men zich voorbereiden op slechtere tijden.
dansen
Je kunt wel dansen, ook al is het niet met de bruid.
Je kunt je best amuseren ook al is het niet altijd precies wat je zou willen.
denken
Denkt aleer gij doende zijt en doende denkt dan nog (Guido Gezelle).
Maak een plan alvorens ergens aan te beginnen, en stel tijdens de activiteit het plan bij indien nodig.
doen
Al doende leert men.
Door iets vaak te doen, leert men hoe het moet.
(Deze zegswijze komt al sinds de 16e eeuw voor. Dit is een aansporing om ergens aan te beginnen, al heeft men de techniek nog niet (volledig) onder de knie.)
donker
In het donker zijn alle katten grijs.
Ook: In de nacht zijn alle katjes grauw.
Als de situatie niet duidelijk is, zijn de zaken niet goed te beoordelen.