Bestuurskunde (Engels: Public Administration) houdt zich bezig met besturen, met het richting geven aan ontwikkelingen in de samenleving. De overheid speelt daarbij een belangrijke rol, omdat deze instantie in de moderne rechtsstaat de taak heeft toegewezen gekregen om die sturing te verrichten. De bestuurskunde bestudeert de overheid in alle lagen, van stadsdeel, gemeente, provincie en Rijk tot internationale organisaties als de VN, NAVO en de Europese Unie. Maar de overheid doet dat niet alleen. Wil men allerlei maatschappelijke problemen aanpakken en wil men de samenleving in de goede richting sturen, dan moeten ook andere partijen aan die sturing meedoen, zoals het bedrijfsleven, individuele burgers en de Civil society. Voor die sturing van de samenleving wordt gebruik gemaakt van allerlei beleidsinstrumenten: wetten, regelingen, subsidies, heffingen, voorlichting, plannen, enzovoort. De bestuurskunde gebruikt daarom ook kennis uit verschillende gerelateerde wetenschappelijke disiciplines, zoals de sociologie, politicologie, economie en rechtsgeleerdheid.
Uitgelicht
Woodrow Wilson was in de Verenigde Staten de eerste belangrijke bestuurskundige. De latere President schreef in 1887 een artikel waarin hij vier zaken bepleit:
Scheiding tussen politiek en bestuur;
Beschouwing van de overheid vanuit een bedrijfsmatig perspectief;
Vergelijkende analyse tussen politieke en private organisaties en politieke stelsels;
Het bereiken van effectief management door ambtenaren op te leiden en hun kwaliteit te beoordelen.