Hendrik van Brunswijk-Dannenberg

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Hendrik van Brunswijk-Dannenberg
1533-1598
Hendrik van Brunswijk-Dannenberg
Hertog van Brunswijk-Lüneburg
Samen met Willem (1559-1569)
Periode 1559-1569
Voorganger Frans Otto
Opvolger Willem
Hertog van Brunswijk-Dannenberg
Periode 1569-1598
Voorganger Afgesplitst van Brunswijk-Lüneburg
Opvolger Julius Ernst
Vader Ernst I van Brunswijk-Lüneburg
Moeder Sophia van Mecklenburg
Graafschap Dannenberg rond 1250 (rood)

Hendrik van Brunswijk-Dannenberg (4 juni 1533 - Dannenberg, 19 januari 1598) was van 1559 tot 1569 samen met zijn broer Willem hertog van Brunswijk-Lüneburg en van 1569 tot aan zijn dood hertog van Brunswijk-Dannenberg. Hij behoorde tot het huis Welfen.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Hendrik was de derde zoon van hertog Ernst I van Brunswijk-Lüneburg en diens echtgenote Sophia, dochter van hertog Hendrik V van Mecklenburg.

Na de dood van zijn oudste broer Frans Otto erfde Hendrik in 1559 samen met zijn jongere broer Willem het hertogdom Brunswijk-Lüneburg. Na tien jaar gezamenlijk bewind, beslisten de broers in 1569 om hun domeinen onderling te verdelen. Hierbij kreeg Hendrik het hertogdom Brunswijk-Dannenberg en op deze manier werd hij de stichter van het Nieuwere Huis Brunswijk binnen het huis Welfen.

In januari 1598 stierf Hendrik op 64-jarige leeftijd.

Huwelijk en nakomelingen[bewerken | brontekst bewerken]

In 1569 huwde Hendrik met Ursula (1545-1620), dochter van hertog Frans I van Saksen-Lauenburg. Ze kregen zeven kinderen:

  • Julius Ernst (1571-1636), hertog van Brunswijk-Dannenberg
  • Frans (1572-1601), proost van de Kathedraal van Straatsburg.
  • Anna Sophia (1573-1574)
  • Hendrik (1574-1575)
  • Sybilla Elisabeth (1576-1630), huwde met graaf Anton II van Delmenhorst
  • Sidonia (1577-1645)
  • August (1579-1666), hertog van Brunswijk-Wolfenbüttel

Voorouders[bewerken | brontekst bewerken]

Voorouders van Hendrik van Brunswijk-Dannenberg
Overgrootouders Otto II van Brunswijk-Lüneburg (1439-1471)

Anna van Nassau-Dillenburg (1441-1513)
Ernst van Saksen (1431–1468)

Elisabeth van Beieren (1443-1484)
Magnus II van Mecklenburg (1441-1503)

Sophia van Pommeren (1460-1504)
Johann Cicero van Brandenburg (1455–1499)

Margaretha van Saksen (1449-1501)
Grootouders Hendrik I van Brunswijk-Lüneburg (1468-1532)

Margaretha van Saksen (1469-1528)
Hendrik V van Mecklenburg (1479-1552)

Ursula van Brandenburg (1488-1510)
Ouders Ernst I van Brunswijk-Lüneburg (1497-1546)

Sophia van Mecklenburg (1508-1541)
Hendrik van Brunswijk-Dannenberg (1533-1598)