Cent Nouvelles nouvelles
Les Cent Nouvelles nouvelles is een bundel korte verhalen, geschreven tussen ca. 1464-1467 voor Filips de Goede, hertog van Bourgondië. De titel Cent Nouvelles nouvelles (lett. Honderd nieuwe 'nieuwtjes') refereert aan de Decamerone (1353) van Boccaccio, (een bundel van) honderd korte verhalen die tijdens de Pestepidemie van 1348 gedurende tien dagen door zeven vrouwen en drie mannen verteld werden om de angst en de verveling te verdrijven. Binnen het Franse taalgebied duidde men de Decamerone aan als Les cent nouvelles.
Over het auteurschap dan wel het eindredacteurschap - van alle verhalen wordt vermeld wie het verhaal verteld heeft - verschillen de meningen. Traditioneel wordt Antoine de la Sale naar voren geschoven als de man die deze nouvellenbundel zou hebben samengesteld, en ook is aan Philippe Pot alias Monseigneur de la Roche (verteller van vijftien novellen) gedacht, maar recent onderzoek neemt geen van beide voordrachten over, zonder daar iemand anders voor in de plaats te stellen.
Het dedicatie-exemplaar (het handschrift dat aan hertog Filips werd aangeboden) is helaas niet bewaard gebleven, wel een onvolledige kopie daarvan. Maar de tekst werd ook op de drukpers gelegd, met name door de Parijse drukker Antoine Vérard, die vanaf 1486 Les cent nouvelles nouvelles drukte en herdrukte.
Les cent nouvelles nouvelles is tot op heden nooit integraal in het Nederlands vertaald, wat jammer is aangezien de verhalen zich voor een deel afspelen in de Bourgondische Nederlanden. Nouvelle 6 bijvoorbeeld, verteld door Monseigneur de Lannoy/Lamoy, gaat over een stomdronken Scheveningse visser met een acute hemelwens. Wel werden sommige nouvelles vertaald door de Antwerpse boekverkoper, drukker en uitgever Jan van Doesborch († 1536), die ze gebruikte voor zijn themabundels Dat bedroch der vrouwen en Dat bedroch der mannen. Opvallend is dat deze vertalingen ongekuist zijn.
Literatuur
- Les cent nouvelles nouvelles, editie Antoine Vérard, Parijs 1486 (bron: Gallica)
- Les cent nouvelles nouvelles. Edition critique par Franklin P. Sweetser. Paris etc. 1966.