Kabinetten-L. Botha
Zuid-Afrika kende in de periode tussen 31 mei 1910 tot 3 september 1919 twee kabinetten-L. Botha.
Achtergrond
[bewerken | brontekst bewerken]Oud-generaal Louis Botha (1862-1919) en premier van kolonie Transvaal werd in mei 1910 door de Britse kroon benoemd tot de eerste premier van de Unie van Zuid-Afrika. Botha was zowel populair onder boeren als Engelstalige blanken en werd door de Britten gezien als een bindende factor. Op 15 september 1910 werden de eerste parlementsverkiezingen voor de Unie gehouden. Deze verkiezingen werden glansrijk gewonnen door Botha's partij "Het Volk", gesteund door kleinere Afrikanerpartijen en werden verloren door de door Engelstaligen gedomineerde Unionist Party van Leander Starr Jameson. Kort na de verkiezingen sloten "Het Volk" en andere Afrikanerpartijen zich aaneen en vormden de Suid-Afrikaanse Party, waarbij zich ook veel Engelstaligen aansloten.
In 1915 werden de parlementsverkiezingen opnieuw gewonnen door Botha, maar er ontstond wel een krachtiger oppositie van Afrikanernationalisten (Nasionale Party) die Botha's pro-Britse beleid bekritiseerden (men bedenke dat de Unie van Zuid-Afrika in 1914 tijdens de Eerste Wereldoorlog de zijde had gekozen van het Verenigd Koninkrijk in de strijd tegen de Duitsers).
Samenstelling van de kabinetten-Botha I en II (1910-1919)
[bewerken | brontekst bewerken]Zie ook
[bewerken | brontekst bewerken]Kabinetten-L. Botha 1910-1919 |
Opvolger: Kabinetten-Smuts |