Naar inhoud springen

Martin Delrio

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Marco Chemello (BEIC) (overleg | bijdragen) op 25 jul 2019 om 17:06. (+image)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Martin Antoine Delrio (Martinus Antonius Delrio/Martín Antonio del Rio) (Antwerpen, 17 mei 1551Leuven, 19 oktober 1608) was een jezuïet-theoloog van Spaanse afkomst. Hij was een vriend van de Nederlandse humanist Justus Lipsius, met wie hij studeerde in Leuven. Hij is een neef van de Franse filosoof Michel de Montaigne. In 1574 behaalde hij een doctoraat in rechten aan de universiteit van Salamanca, waarna Philip II hem benoemde tot de Raad van Brabant. Na de dood van zijn patroon Don Juan van Oostenrijk in 1578 keerde Delrio voor een tweede maal terug naar Spanje waar hij op 9 mei 1580 in Valladolid bij de jezuïeten intrad.

Ex miscellaneorum scriptoribus digestorum, codicis et institutionum iuris civilis interpretatio, 1580

Rond 1585 keerde hij terug naar de lage landen. Eerst zette hij zijn studies in Leuven voort. Later gaf hij zelf aan de jezuïetencolleges van Luik (1591-93, 1597-98), Leuven (1594-97, 98-1600) en Douai (1589-90) les. In 1600 vertrok hij naar Graz. In januari 1604 reisde hij naar Spanje waar hij op de jezuïetencolleges van Salamanca en Valladolid werkzaam was. In augustus 1608 verliet hij Valladolid voor de lage landen. De reis was echter zwaar en hij stierf daags na aankomst in Leuven.

Delrio behaalde faam als humanist door op jonge leeftijd door kritische uitgaves van Solinus, Claudianus en Seneca uit te geven. Zijn politieke memoires over de regering van Don Juan (1869-71, 3 delen) en van Pedro Henriquez de Acevedo, de graaf van Fuentes, (1891) werden door Ad. Delvigne in het Frans vertaald en uitgegeven. In deze memoires toont hij zich zeer pro-Spaans en pro-katholiek.[1]

Disquisitiones Magicae

Delrio is echter het best bekend door zijn Disquisitionum Magicarum Libri Sex (Onderzoekingen naar Magie in Zes Boeken) een werk dat in drie delen verscheen in Leuven in 1599 en 1600 en dat nog meer dan twintig herdrukken zag. Daarmee was het op de Malleus Maleficarum na het meest populaire werk over occultisme. In de Disquisitiones legde de jezuïet een band tussen ketterij en hekserij. De laatste herdruk was in Keulen in 1755. Desondanks werd het werk zowel in protestant als katholiek Europa populair en werd het zelfs gebruikt bij de beruchte heksenprocessen in Salem, Massachusetts van 1692. Geschiedkundigen zoals Hugh Trevor-Roper en Robert Muchembled hebben Delrio herhaaldelijk de schuld in de schoenen geschoven voor heksenvervolgingen in de Zuidelijke Nederlanden.