Naar inhoud springen

Otto van Bourgondië

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Bean 19 (overleg | bijdragen) op 20 apr 2020 om 18:32. (Levensloop: logischer verband)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Otto van Bourgondië
944-965
Hertog van Bourgondië
Periode 956-965
Voorganger Giselbert van Chalon
Opvolger Hendrik I
Vader Hugo de Grote
Moeder Hedwig van Saksen

Otto van Bourgondië (circa 944 - 22 of 23 februari 965) was van 956 tot aan zijn dood hertog van Bourgondië en graaf van Auxerre. Hij behoorde tot de dynastie der Robertijnen.

Levensloop

Otto was de tweede zoon van hertog Hugo de Grote van Bourgondië uit diens huwelijk met Hedwig van Saksen, dochter van hertog Hendrik de Vogelaar van Saksen. Hij was tevens een jongere broer van Hugo Capet, de latere koning van Frankrijk en stichter van het huis Capet.

In 955 werd hij op zijn elfde uitgehuwelijkt aan Liutgard, dochter en erfgename van Giselbert van Chalon. Het huwelijk moest het conflict tussen de Robertijnen – de familie van zijn vader – en de Buviniden – de familie van Giselbert van Chalon – beëindigen. Toen zijn schoonvader in 956 overleed, verwierf Otto formeel de volledige heerschappij over Bourgondië. Zijn vader stierf echter hetzelfde jaar, waarna de minderjarige Otto zich alleen over de heerschappij van zijn gebieden moest ontfermen. Koning Lotharius van Frankrijk maakte daarvan gebruik om de koninklijke positie in Bourgondië te versterken, hetgeen hij deed door Dijon in te nemen. Het gevolg was een langdurige verzwakking van de hertogelijke autoriteit, aangezien ook de vazallen in Bourgondië zich roerden om grote vrijheden te verkrijgen. Otto werd pas in 960 officieel geïnstalleerd als hertog. Zijn regering was zo zwak, dat kroniekschrijver Flodoard van Reims weigerde om Otto als hertog te betitelen.

Otto van Bourgondië overleed in februari 965. Waarschijnlijk bleef hij ongehuwd en kinderloos, omdat hij in Bourgondië werd opgevolgd door zijn jongere broer Hendrik de Grote