beleggingsfonds
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·leg·gings·fonds
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van belegging en fonds met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beleggingsfonds | beleggingsfondsen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het beleggingsfonds o
- (economie) instelling die gelden van individuele spaarders of inleggers belegt
- Hij had onvoldoende ervaring met beleggen dus dat liet hij een beleggingsfonds voor hem doen.
- (economie) fonds waarvan het kapitaal belegd is in effecten
- Het beleggingsfonds behaalde een mooi resultaat voor de deelnemers.
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord beleggingsfonds staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.