blaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- blaar
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘blaasachtige opzwelling’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
- In de betekenis van ‘bles, witte plek op het voorhoofd van dieren’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1343 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blaar | blaren |
verkleinwoord | blaartje | blaartjes |
Zelfstandig naamwoord
de blaar v
- (medisch) onderhuidse vochtophoping
- De wandelaar had na 30 km lopen nog steeds geen last van blaren.
- De twaalfjarige Alexander Ballekens voelt deze donderdag wat kasseien zijn: aan de binnenkant van zijn rechterhand zit een blaar zo groot als een erwt. Het stuur van zijn rode racefiets stuiterde de hele ochtend ongecontroleerd over de beroemde Carrefour de l’Arbre, een kasseienstrook van vijf sterren – de zwaarste categorie door lengte en krakkemikkige staat van het wegdek – in de piepkleine Noord-Franse gemeente Camphin-en-Pévèle.[2]
- ▸ Om te voorkomen dat ik blaren zou krijgen had ik een dubbele laag sokken aangedaan (Darn Tough en Injinji teensokken).[3]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- Wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten.
als je iets doms doet, moet je de gevolgen dragen (liefst zonder klagen)
Vertalingen
1. onderhuidse vochtophoping
Werkwoord
vervoeging van |
---|
blaren |
blaar
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blaren
- Ik blaar.
- gebiedende wijs van blaren
- Blaar!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blaren
- Blaar je?
Gangbaarheid
- Het woord blaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "blaar" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ 1,0 1,1 "blaar" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ NRC
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Afrikaans
Uitspraak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blaar | blare |
Zelfstandig naamwoord
blaar
- blad (van een plant).
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %
- Woorden in het Afrikaans
- Woorden in het Afrikaans met IPA-weergave
- Woorden in het Afrikaans met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Afrikaans