blanke

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • blan·ke
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van blank met het achtervoegsel -e.
enkelvoud meervoud
naamwoord blanke blanken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de blankev / m

  1. iemand met een van nature bleke (pigmentarme) huid
    • Extreemrechtse blanken boycotten de verkiezingen in Zuid-Afrika. 
Vertalingen

Bijvoeglijk naamwoord

blanke

  1. verbogen vorm van de stellende trap van blank

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Afrikaans

Uitspraak
enkelvoud meervoud
naamwoord blanke blankes

Zelfstandig naamwoord

blanke

  1. blanke