lepra
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- le·pra
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lepra | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (medisch) infectieziekte, veroorzaakt door de bacteriën Mycobacterium leprae of Mycobacterium lepromatosis
De ziekte leidt tot huidafwijkingen en schade aan perifere zenuwen en geeft in veel culturen aanleiding tot ernstige stigmatisering.
Synoniemen
- melaatsheid (tegenwoordig minder gangbaar vanwege ongunstige associaties)
- lazerij (sterk verouderd)
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord lepra staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lepra" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ lepra op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Rutgers, W.De brug van Paramaribo naar Willemstad. Nederlands-Caribische en Caribisch-Nederlandse literatuur 1945-2005. (2007) Fundashon pa Planifikashon di Idioma / Universiteit van de Nederlandse Antillen, Curaçao; hfst. 4, Johan van de Walle; geraadpleegd 2019-11-24
- ↑ Goudriaan, K."Kapellen, gasthuizen en andere instellingen van liefdadigheid" in:Denslagen, W. (ed.)Gouda. (2001) Waanders, Zwolle / Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist; ISBN 90 400 9515 9; p. 150; geraadpleegd 2019-11-24
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 96 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %