luchtkasteel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lucht·kas·teel
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘irreëel toekomstbeeld’ voor het eerst aangetroffen in 1735 [1]
- samenstelling van lucht en kasteel [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | luchtkasteel | luchtkastelen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- een niet realistisch en veel te optimistisch toekomstbeeld
- Hij droomde over het goede leven dat hij zou gaan leven, maar helaas het bleken allemaal luchtkastelen te zijn.
- Miljoenen subsidie vervlogen in een groen luchtkasteel [4]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord luchtkasteel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "luchtkasteel" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "luchtkasteel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ luchtkasteel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ www.nrc.nl (2 feb 2024)
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be