maakt kennis

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • maakt ken·nis
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
kennismaken

maakt (…) kennis

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kennismaken
    • Jij maakt kennis. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kennismaken
    • Hij maakt kennis. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van kennismaken
    • Maakt kennis! 

Gangbaarheid