waad
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- waad
Werkwoord
vervoeging van |
---|
waden |
waad
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van waden
- Ik waad.
- gebiedende wijs van waden
- Waad!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van waden
- Waad je?