Gebruiker:Pimutje/Tater

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Tateren is een techniek die waterpoloër kunnen gebruiken om een doelpunt te maken. Natuurlijk zijn hier heel veel andere technieken voor maar de tater is (mits goed uitgevoerd) 1 van de meest succesvolle technieken tot nog toe. Je zal ook altijd zien dat als een tater op een goede manier geworpen word dat het altijd gegarandeerd op een doelpunt zal eindigen.


De Techniek[bewerken | brontekst bewerken]

Om bij waterpolo de bal zo goed mogelijk over het water te laten stuiteren is de juiste techniek nodig. De bal moet namelijk vrij vlak over het water vliegen en onder een kleine hoek het water raken. Als deze hoek namelijk te groot is dan zal de bal het water induiken in plaats van eropaf te kaatsen. Ook moet aan de bal een zo groot mogelijke snelheid mee worden gegeven. Dit omdat anders bal niet ver komt en je dus niet op doel zou kunnen werpen. Daarnaast moet je de bal vrij veel energie met de bal meegeven (in de vorm van kinetische energie (snelheid)), want anders kan hij niet stuiteren. De bal moet hiervoor namelijk water verplaatsen en dit kan alleen door het afgeven van (een deel van) de kinetische energie. Voor passen is er niet echt een bepaalde techniek. Toch wordt voor de pass vaak de rechte bovenhandse worp gebruikt, deze is namelijk het snelst. Daarmee is deze het moeilijkst te onderscheppen en houdt tempo in het spel. De beste techniek voor het stuiteren is een bovenhandse worp met effect. Je maakt een draaiende beweging met je hand, hierdoor krijgt de bal backspin. Door deze backspin duwt de bal het water naar beneden waardoor de bal zelf weer omhoog zal vliegen. Dit is in de volksmond een stuiter.

De Bal[bewerken | brontekst bewerken]

Voor waterpolo is er een speciale bal. Deze is ongeveer even groot als een voetbal en weegt 400-450 gram bij de mannen. De luchtdruk in de bal 4 bar, dit maakt hem zeer stevig. Alle getallen vallen net iets lager uit bij waterpolo voor de vrouwen en kinderen. De bal is gemaakt van een soort rubber en is waterdicht. Dit zorgt ervoor dat deze blijft drijven en in het geval dat deze onder water is, stijgt deze naar het wateroppervlak. De buitenkant van de bal is voorzien van een grote hoeveelheid ribbels en groeven in het rubber. Dit zorgt voor een zeer grote hoeveelheid grip. Dit is nodig voor de controle over de bal. De bal wordt namelijk nat bij waterpolo, dus veel grip is wel nodig. Dit is omdat zonder die grip de juist werptechniek niet kan worden uitgevoerd. Bij de juiste gooitechniek wordt namelijk de mooiste, effectiefste stuiter over het water bereikt, maar hierover verwijzen wij u terug naar het kopje techniek. Er bestaan veel verschillende waterpoloballen. Deze lijken allemaal natuurlijk wel op elkaar, maar er zitten wel degelijk verschillen tussen. Deze zitten niet bepaald in het gewicht of de grootte, maar vooral in de grip. Er bestaan ballen met extreem veel grip plus coating tot ballen met minder grip en zonder coating. Zoals al eerder gezegd heeft de bal dus de neiging om boven het water te blijven. Daarnaast heeft rubber een waterafstotende werking. Deze twee eigenschappen zorgen voor een grotere stuiter op het water. Je kunt je namelijk wel voorstellen dat een bowlingbal of een bal die water opzuigt een heel andere beweging zouden maken als er hetzelfde mee wordt gedaan (dus dezelfde snelheid en hoek). Daartegenover staat weer dat de bal naarmate zijn grip groter wordt ook zijn weerstand ten opzichte van het water wordt vergroot. De grip wordt namelijk door niks anders veroorzaakt dan onregelmatigheid aan de buitenkant van de bal. Aangezien dit ook de weerstand vergroot zijn de grip en weerstand dus evenredig. Dus we zouden eigenlijk die eigenschappen van de waterpolobal in de formules mee moeten nemen. De aan waarheid grenzende waarschijnlijkheid vertelt ons namelijk dat deze krachten toch een redelijke invloed hebben op de baan die de bal uiteindelijk zal beschrijven. Dit omvat bijvoorbeeld de snelheid, hoek en totale afgelegde afstand. Na onderzoek gedaan te hebben met 10 verschillende ballen kwamen de bal met de volgende eigenschappen als beste uit de bus: "2mm diepe groeven, 0.7mm van elkaar verwijderd, geen coating, voor elke 25cm² (incl. groeven), 20cm zwarte rubberen groeven van 3mm diep."

Ideaal[bewerken | brontekst bewerken]

Wat is dan een efficiënte tater? Wel een efficiënte tater moet zo min mogelijk snelheid verliezen na het contact maken met het water. De tater die het minst snelheid verloor na het contact maken met het water was worp een worp met een kleine hoek en een gemiddelde snelheid. De precieze gegevens zijn als volgt:

Gegeven Waarde
Hoek(graden) 12.8
Snelheid voor contact met water (m/s) 17.9
Snelheid na contact met het water (m/s) 17.5
Eindsnelheid/beginsnelheid (verhouding) 0,977653631

De afname in snelheid is bij deze worp vrij constant. Dit betekent dat de bal niet heel erg veel last heeft gehad van de weerstand die hij ondervonden heeft van het water omdat de afname constant is. En juist omdat de afname constant is kunnen we aannemen dat dit komt door de luchtweerstand omdat die niet verandert door de proef heen. Juist de waterweerstand zou een duidelijke daling moeten weergeven in de grafiek. Dit is bij deze worp niet waar te nemen. En dit was juist het criteria waar de perfecte tater aan moest voldoen. Dan komt gelijk de vraag op: Is dit dan een ideale tater? Voor ons onderzoek is dit wel de ideale tater. Dit omdat deze tater voldoet aan de basis die we hebben gesteld. Hij verliest namelijk relatief niet veel snelheid na het maken van contact met het water. Voor een echte waterpolospeler is deze tater ver van perfect. Aan een tater moet een bepaald effect komen te zitten waardoor de keeper de bal onmogelijk tegen kan houden. Dit effect kan het best bereikt worden door de bal met een kleine spin te gooien, waardoor hij gaat tollen in het water en een klein beetje afbuigt ten opzichte van de keeper. Dit effect zorgt er juist voor dat de keeper kansloos is als het gaat om het houden van de bal. Dit zorgt er alleen wel voor dat de bal enorm veel snelheid verliest. Daar gaat het natuurlijk om bij waterpolo. Dat je een mooi doelpunt kan scoren. Is dit de perfecte tater? Nee. Niet voor waterpoloërs. We kunnen wel stellen dat dit natuurkundig gezien de meest efficiënte tater is.