Gebruiker:Stephanie Van Hecke/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is het persoonlijke kladblok van Stephanie Van Hecke.
Een kladblok is een subpagina van iemands gebruikerspagina. Het dient als testruimte voor de gebruiker en om nieuwe artikelen of langere toevoegingen aan bestaande pagina's voor te bereiden.

Let op: je kladblok opslaan gaat met de knop 'publiceren'. De pagina wordt daarmee nog niet in de openbare encyclopedie geplaatst en blijft een kladpagina. De kladblokpagina is wel zichtbaar (voor iedereen die wat meer van Wikipedia) en mag dus geen onoorbare dingen te bevatten.

Het is, ook in een kladblok, uitdrukkelijk niet toegestaan om zonder toestemming auteursrechtelijk beschermd materiaal van derden te publiceren.
Enkele handige links: Spiekbriefje | Snelcursus

Andere testplaatsen: De algemene zandbak | De probeerpagina van de snelcursus | De sjabloonzandbak

Sint-Jan de Doperkerk (Kachtem)

Historiek[bewerken | brontekst bewerken]

De kerk had vroeger een toegangspoort met boven op de boog van ijzersmeedwerk een beeld van het H. Hart (Liefde), op de zuil links, een kruis (Geloof) en op de zuil rechts, een anker (Hoop) die ingehuldigd werd op zondag 14 augustus 1927. Om veiligheidsredenen verdween de boog in 1953.

Tussen 1885 – 1888[bewerken | brontekst bewerken]

Pastoor Vanbecelaere zorgde voor heel wat vernieuwing binnen het kerkgebouw.

1911[bewerken | brontekst bewerken]

Op initiatief van pastoor Depauw kreeg het koor zijn huidige vorm, namelijk in de uitbouw van de kerk achteraan.

Van 1962 tot 1964[bewerken | brontekst bewerken]

Onder pastoor Vansteelandt, kreeg de kerk haar huidig uitzicht. De Sint-Janskerk bestaat uit 3 beuken, gescheiden door telkens 6 pilaren die 5 booggangen vormen. De zuiderbeuk in de Sint-Jansbeuk, de noorderbeuk de Onze-Lieve-vrouwebeuk. De sacristie bevindt zich rechts van het hoogkoor.

1961[bewerken | brontekst bewerken]

De deur links van het hoogkoor geeft toegang tot de zogenaamde kleine sacristie, die een zadeldak kreeg. De altaren werden vernieuwd. De zijaltaren werden ontdaan van hun vroegere bovenbouw.

1963 en 1964[bewerken | brontekst bewerken]

Tussen de novenes van Sint-Jan van werden de muren gelambriseerd. Ook de biechtstoelen, de kerkdeur, de kruisweg en het Sint-Jansaltaar werden ingewerkt. De 2 oude biechtstoelen werden hierbij verplaatst en er kwam een nieuwe biechtstoel tegen de achterste muur. Er werd gezorgd voor nieuwe beglazing in alle vensters. Met uitzondering voor 1 venster in het hoogkoor, dit verdween achter een gemetselde muur en werd pas in het najaar van 1995 weer vrijgemaakt.

In het najaar van 1995[bewerken | brontekst bewerken]

De 158cm hoge neogotische arduinen doopvont werd verplaatst naar de Sint-Jansbeuk. Rond de kerk bevindt zich een bedevaartsweg.

Geschiedenis (her)opbouw kerk[bewerken | brontekst bewerken]

In het jaar 1119 werd Kachtem een zelfstandige parochie. Tijdens de beeldstormerij in de XVIe eeuw werd de kerk erg beschadigd, maar werden de kerkelijke diensten nooit geschorst. Tijdens de XVIIe eeuw kende de kerk ook plunderingen, vooral in 1631 en later door Franse soldaten in 1645. De Franse Revolutie bracht een ernstige crisis mee, maar in 1802 werd de kerk opnieuw opgericht onder de hoede van de kerk van Ingelmunster. In 1830 telde de kerk slechts twee beuken, maar toen kwam er een derde beuk bij. Na de brand van 1834 werd de middenbeuk verlengd en met een sactuarium bekroond. De vieringstoren werd in 1838 door een westertoren vervangen. Het jaar 1834 was een rampjaar. Op 16 januari brandde de sacristie uit, waarbij tal van kerkschatten verloren gingen. Op 29 april werd de spits van de vieringstoren door de bliksem vernield. In 1937-1838 werd een nieuwe toren gebouwd, gedeeltelijk met stenen van de afgebroken Sint-Janskapel. Die kwam aan de ingang van de kerk (westkant). De achthoekige oude toren stond midden de hoofdbeuk. In 1837 werd ook de sacristie herbouwd en de middenbeuk verlengd en met een ruim sanctuarium bekroond. In 1885 werd een donderscherm op de kerk geplaatst; in de put waarin de aarding werd gelegd, werd 500kg oud ijzer gegooid. In 1911 werd de bergplaats (het zogenaamde ‘kerkekot’) schuin tegenover de hoofdingang van de kerk opgebouwd. De gevelsteen rond de toren en de arduinsteen onderaan rond de buitenmuren dateert van 1960. In de zomer van 1960 werd de sacristie recht van het hoofdkoor volledig afgebroken en door een grotere vervangen. In 1992 startte de restauratie van de Sint-Jan-de-Doperkerk en duurde zo’n 15 jaar. In augustus 2010 waren er 2 brandstichtingen en moest het interieur opnieuw volledig gerestaureerd worden.

Galerij[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

http://www.tenmandere.be

Bronnenlijst[bewerken | brontekst bewerken]

Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen, Provincie West-Vlaanderen, arrondissement Roeselare - Kantons Hooglede - Izegem - Lichtervelde Brepols Publisher nv auteurs: Ann de Gunsch, Lic. in de Kunstwetenschappen en Archeologie; Catheline Metdepenninghen, dr. in de Archeologie; Pol Vanneste, Lic. in de Geschiedenis pg. 413 - 414

Ten Mandere Jaargang 17 (1977); POB Izegem

Izegem vroeger, beeld van de stad Drukkerij - Uitgeverij Hochepied 1989 Auteur: Antoon Vandromme pg. 117 - 118

Mijn plekjes in Kachtem; Krant van West-Vlaanderen 11/05/12

De kerk van Sint-Jan-de-doper in Kachtem; auteur Lermyte Jean-Marie Kachtem: Parochie Sint-Jan-de-Doper, 1999

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Kachtem Ommegang

Kachtem Ommegang[bewerken | brontekst bewerken]

1906[bewerken | brontekst bewerken]

Kachtem Ommegang was jaarlijks een kleine ontspanning voor groot en klein. Het begon elke keer met een lange wandeling. In de kerk volgde een trage offergang, die eindigde met de zegening met het ‘hoofd van Sint-Jan-de-Doper’. Terug buiten was er een wriemelende menigte van bedevaartgangers en spelende kinderen. De volwassenen rustten uit bij de vele herbergen en deden zich wel aan het koele bier. De kinderen mochten op de paardjesmolen zitten, een stuk speelgoed kopen en ook wat snoep. In het octaaf van St. Jan ging men dienen tegen de vallende ziekte.

Tradities bij Kachtem Ommegang[bewerken | brontekst bewerken]

Tot kort na de Tweede Wereldoorlog[bewerken | brontekst bewerken]

Er werden hoenders geofferd, maar men kocht de geofferde kip weer vrij. Men nam ze terug mee naar huis, waar ze de naam ‘Pelgrim’ kreeg en extra verzorgd werd. Ze mocht ook nooit gedood worden. Ze had de zegen meegekregen en behoedde alle andere vee tegen de veeziekten.

Vanaf 1978[bewerken | brontekst bewerken]

Kachtem kreeg ook een bedevaartsvaantje. Dit was een idee van Dr. Sjpyckerelle en werd getekend door Jos Flipts. Toen in de jaren 1970 de verering van Sint-Jan De Doper op zijn retour was, heeft men de werkgroep Sint-Janverering opgericht. Deze werkgroep tracht via allerhande initiatieven de verering en de rituelen en gebruiken in stand te houden en op te frissen. Zo worden er tijdens het noveen Sint-Janskoeken, Kachtemse Macrons e.a. lekkernijen verkocht. Sinds enkele jaren sluit men terug aan bij de oude traditie, waarbij er in de aanloop van de feestweek Sint-Janstrossen worden gemaakt.

Sint – Janstros[bewerken | brontekst bewerken]

Het maken en ophangen van de Sint-Janstros is een zeer oud gebruik. Dit gebruik gaat zeker terug tot in de 6de eeuw, toen de streek gekerstend werd en vele bestaande gebruiken een christelijke duiding kregen. De Sint-Janstros is een ruiker of krans van kruiden, planten en bloemen die in de van 23 juni met de hand geplukt werden na de eerste vigiliemis. De kruiden en planten werden samengebonden of tot krans verwerkt en werden in de tweede vigiliemis meegebracht naar de kerk en na de derde vigiliemis (dageraadsmis) werden ze dan aan de gevel of op de deur vastgemaakt. Soms werden 3 trossen opgehangen, aan beide zijden en boven de deurstijl. Nu worden de trossen op rode palen gebonden en in de voortuinen geplaatst. Het is ook de gewoonte om een trosverbranding te organiseren waarbij de oude trossen van het vorige jaar worden verbrand. De Sint-Janstros bevat een aantal kruiden of planten waaraan meestal een geneeskracht werd toegeschreven, waaronder het bekende Sint-Janskruid. Daarnaast kan de krans ook veel wilde planten en tuinplanten bevatten, zoals korenbloem, gele iris, varens, madeliefjes, viooltjes, witte en rode rozen en wit-bont gestreept siergras. De ondergrond van de tros of de krans bestaat uit notenblaren of notentakken aangevuld met graanhalmen, wilde varens en hazelaarstakken. De witten en blauwe kleuren verwijzen naar de onkreukbaarheid van Sint-Jan en de rode kleuren naar zijn martelaarschap.

Bevlaggen van gevels[bewerken | brontekst bewerken]

De Werkgroep schrijft ook een wedstrijd uit om de gevels van het dorp, naar aloude gewoonte, te bevlaggen. De lichtrode, zwartbedrukte gevelvlag werd getekend door Joseph Bataillie.

Galerij[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

http://www.sintjansverering.be

Bronnenlijst[bewerken | brontekst bewerken]

Sint-Janstrossen gaan weer in vlammen op; Het Nieuwsblad 25/06/10

De kerk van Sint-Jan-de-Doper in Kachtem; Lermyte, Jean-Marie; Kachtem: Parochie Sint-Jan-de-Doper, 1999