Giovanni da Asciano

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Giovanni da Asciano of voluit Giovanni di Guido da Asciano genoemd, was een Italiaanse kunstschilder die actief was in Asciano, Siena en Florence in de tweede helft van de 14e eeuw.

Hij zou een leerling van Barna da Siena geweest zijn, een Italiaanse schilder van wie het bestaan in twijfel wordt getrokken, maar die een leerling zou geweest zijn van Simone Martini en wiens kunst toonaangevend was in het tweede kwart van de 14e eeuw in Siena.[1] Omwille van het ontbreken van biografische gegevens die met zekerheid op Giovanni kunnen betrokken worden, trekt men ook zijn bestaan in twijfel.

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

Giovanni da Asciano wordt voor het eerst vermeld in de Anonimo Magliabechiano, een werk van een anonieme Italiaanse auteur, geschreven tussen 1533 en 1542, dat een aantal biografieën van kunstenaars uit de 13e en de eerste helft van de 14e eeuw bevat en nu bewaard wordt in de Nationale Centrale Bibliotheek van Florence met als signatuur “Ms. Magliabechiano XVII, 17”. Hierin worden werken aan hem toegeschreven in het “Spedale di S. Maria della Scala” in Siena, die niet bewaard werden en in het huis van de Medici aan de via Larga in Florence. Dit huis werd door Cosimo I de' Medici afgebroken voor de bouw van een nieuw paleis.

Vasari vermeldt in de tweede editie van zijn Vite (1568) de frescocyclus die geschilderd werd in de Collegiata van San Gimignano met episodes uit het leven en de passie van Christus in de late jaren 1330 of in de jaren 1340 door Barna da Siena. Giovanni zou deze cyclus afgewerkt hebben na de dood van Barna maar Vasari situeerde dit in 1381. Op basis van stijlkenmerken en teruggevonden documenten wordt deze cyclus nu gedateerd op de jaren 1340.[2]

In het werk van E. Romagnoli[3] wordt de kunstenaar beschreven als de zoon van Guido di maestro Vanni di Carlo en medewerker van Barna veeleer dan leerling, zoals zou gebleken zijn uit archieven van Siena van 1355 tot 1360 die Romagnoli kon raadplegen maar die ondertussen verdwenen zijn. In een register waarin betalingen werden bijgehouden, dat ondertussen ook verdwenen is, blijkt dat een Giovanni di Guido, schilder, 18 lire zou ontvangen hebben voor werken aan het stadhuis (Palazzo Pubblico (Siena)).[2]

Identificaties[bewerken | brontekst bewerken]

Er worden door de kunsthistorici allerlei toewijzingen vooropgesteld voor Giovanni. Hij wordt vereenzelvigd met een medewerker van Lippo Memmi of met Lippo Memmi zelf, maar ook met Bartolo di Fredi. Anderen veronderstellen dan weer dat de werken die aan hem worden toegeschreven van verschillende kunstenaars afkomstig zijn.[2][4]

Werken[bewerken | brontekst bewerken]

Van de diverse werken die aan hem worden toegeschreven kennen we onder meer:[2]

  • de Scènes uit de passie, ca. 1372, in de kerk van San Francesco in Asciano nu bewaard in het Museo d'arte sacra in Asciano
  • de predella met de Scènes uit de passie nu in de Pinacoteca Nazionale di Siena
  • een fresco van de Madonna uit de kerk van San Pietro in San Gimignano

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]