Handelsnaamrecht

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Iedere onderneming die aan het handelsverkeer deelneemt, presenteert zich onder een bepaalde naam, een handelsnaam. Om misleiding of verwarring bij het publiek door het gebruik van overeenstemmende handelsnamen te voorkomen, kent men in Nederland de Handelsnaamwet (afkorting: Hnw)[1].

Onder handelsnaam verstaat de Hnw 'de naam waaronder een onderneming wordt gedreven' (artikel 1 Hnw). De handelsnaam komt tot stand door het feitelijke gebruik ervan, wat bijvoorbeeld blijkt uit het gebruik van de handelsnaam op briefpapier, reclamemateriaal, gebouwen, auto's of een website. Voor het ontstaan van dit recht is er geen verplichting tot depot of inschrijving van de handelsnaam, dit ter onderscheiding van de Handelsregisterwet, op grond waarvan de onderneming in het handelsregister van de Kamer van Koophandel moet worden ingeschreven.

De Handelsnaamwet stelt wel enkele voorwaarden aan de handelsnaam. Het is bijvoorbeeld verboden om een handelsnaam te voeren die misleidend is met betrekking tot het eigendom van de onderneming of de rechtsvorm van de onderneming (artikel 3 & 4 Hnw). Een eenmanszaak mag dus niet als handelsnaam de naam Naam B.V. gebruiken. Ook mag de handelsnaam niet in strijd zijn met een oudere handelsnaam of een merkenrecht van een ander (artikel 5 & 6 Hnw). Tevens is in de jurisprudentie bepaald dat een zuiver beschrijvende naam geen geldige handelsnaam is.

Ten slotte is het nog van belang om op te merken dat het recht op een handelsnaam beperkt is tot de regio waarin de handelsnaam wordt gebruikt. Het is dan ook zeer goed mogelijk dat bijvoorbeeld in Friesland en Limburg twee verschillende ondernemingen dezelfde handelsnaam gebruiken.

Bronvermelding en referenties[bewerken | brontekst bewerken]

  • Bruggen, R.D. van, H.A.A. van Dun & E. de Lange, Juridische Aspecten van de Informatievoorziening