Overleg:Interne-opbrengstvoet

voorbeeld met 2 oplossingen

Ik begrijp dat voorbeeld niet:

Stel $x=1/(1+r)$, dan is

$-100x^{2}+210x-110=0$,

of

$x^{2}-2{,}1x+1{,}1=0$,

dus

$x_{1,2}=1{,}05\pm {\tfrac {1}{2}}{\sqrt {4{,}41-4{,}4}}=1{,}05\pm 0{,}05$,

$x_{1}=1,x_{2}=1,1$

en

$r_{1}=0,r_{2}<0$

Madyno (overleg) 11 jul 2016 12:52 (CEST)

Het moet zijn $-100+210x-110x^{2}=0$. - Patrick (overleg) 11 jul 2016 23:51 (CEST)

Inderdaad: netto contante waarde. Madyno (overleg) 12 jul 2016 13:37 (CEST)

Maand

Ik denk dat Patrick gelijk heeft en dat $x=1/(1+{\text{rentevoet}})^{1/12}$. In deze x ontstaat een n-de-graadsvergelijking. Madyno (overleg) 11 jul 2016 13:59 (CEST)

Ik draaide Patricks wijziging terug omdat ik met de fragmenten "een n-degraadsvergelijking in" en "met n de duur in maanden" een formule met n verwacht. Misschien is het goed om iets eerder al duidelijk aan te geven hoe de polynoom eruit ziet en waar die n naar voren komt. --BDijkstra (overleg) 11 jul 2016 16:47 (CEST)

Zo moeilijk is het toch niet: $-100x^{2}+210x-110=0$ is een tweededegraadsvergelijking in $x$, niet in $x^{2}$. - Patrick (overleg) 11 jul 2016 18:52 (CEST)

Als je het snapt, is het idd niet moeilijk. Je hebt gelijk. Ik heb het verduidelijkt door een formule met n toe te voegen. --BDijkstra (overleg) 11 jul 2016 19:25 (CEST)