Overleg:Pierre-Jacques Scourion

Pagina-inhoud wordt niet ondersteund in andere talen.
Onderwerp toevoegen
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Laatste reactie: 12 jaar geleden door Andries Van den Abeele

Persoonlijk heb ik het lastig met het toekennen aan Scourion van de titel stadsarchivaris, of eerste stadsarchivaris zoals gebeurt op Stadsarchief Brugge. Dat hij zich meer dan andere stadssecretarissen verbonden lijkt te voelen met het historisch archief, daar zijn zijn 15.000 pagina's archiefnota's een aanduiding van, maar daarom was hij nog geen stadsarchivaris.

Zelf schrijft hij op 16 december 1829: "Nos archives restent toujours sans archiviste et sans aucun employé, quelque besoin qu'elles aient depuis bien longtemps d'être mises en ordre." (BRUGGE, Stadsarchief Brugge, Modern archief, XII 380: kopie van brief van Scourion aan Louis-Prosper Gachard, archiviste adjoint aux Archives du royaume à Bruxelles, 16 december 1829.)

Was dit misschien valse bescheidenheid en moeten we dan met terugwerkende kracht hem deze aanduiding toekennen? Volgens de Archiefterminologie voor Nederland en Vlaanderen is een archivaris Ieder die belast is met of bevoegd is tot archiefbewerking en beschikbaarstelling van archiefbescheiden. Archiefbewerking is Selectie, ordening en ontsluiting van een archief of archiefafdeling. En hiermee heeft Scourion mijns inziens zich nooit beziggehouden.

"On n’y aperçoit nul classement; il n’en existe point d’inventaire" merkt namelijk algemeen rijksarchivaris Gachard in 1832 op. (L.P. GACHARD, "Notice sur les archives de la ville de Bruges", Collection de documents inédits concernant l’histoire de Belgique, I, Brussel, 1833, 38.) Blijkbaar reageerde Scourion hier verontwaardigd op en zou hij in 1834 nog benadrukken dat hij nooit verwaarloosde zorg te dragen voor het archief (A. VANDEWALLE, Beknopte inventaris van het stadsarchief van Brugge. Deel I: oud archief, Brugge, 1979, 16.) In 1836 gaf hij echter zelf toe: "L’immensité du travail nécessaire pour les inventorier et les classer, a pour ainsi dire fait craindre d’y toucher." (Rapport fait au conseil communal par le bourgmestre et échevins de la ville de Bruges, Brugge, 1836, 9.) Kortom, ik ben niet overtuigd van deze aanduiding. Scourion verdient zeker alle lof voor zijn inspanningen, maar niet op deze manier. Homeros 29 (overleg) 4 apr 2012 00:41 (CEST)Reageren

Ik lees nergens op het lemma dat hij als eerste stadsarchivaris is genoemd. Dat zou moeilijk kunnen, want ook onder het Ancien regime waren er verantwoordelijken voor het bijhouden van het archief. Als men eerste zou schrijven zou er aan toe te voegen zijn sinds het begin van de Franse tijd, of zoiets.
Ik ben geneigd om hem wel als archivaris te betitelen omdat hij, minstens nominaal, de verantwoordelijkheid voor het archief droeg en ook, blijkens de beschikbare gegevens, hard ten strijde trok om het Brugse archief ook in stadsbezit te houden. Hij heeft alvast beantwoord aan een voorafgaandelijke plicht (niet vermeld in de hedendaagse archiefterminologie, wellicht omdat ze thans als verondersteld wordt beschouwd), die van het conserveren van het archief. Net als een bibliothecaris en een museumdirecteur sprak men vaak over een 'conservateur des archives'. In die 'ouderwetse' zin, was hij naar mijn mening stadsarchivaris.
Ik heb de tekst van Homeros doorgestuurd naar André Vandewalle, met de vraag of hij hierop kan reageren. Andries Van den Abeele (overleg) 4 apr 2012 02:12 (CEST)Reageren
Hij wordt als eerste stadsarchivaris aangeduid in Stadsarchief Brugge ("stadssecretaris en tevens eerste stadsarchivaris Pierre-Jacques Scourion") en dit wordt natuurlijk ook geïmpliceerd door Lijst van stadsarchivarissen van Brugge.
Ik haal graag ook nog even de woorden van Jules Van Praet aan: "Informé qu'une place d'archiviste de la ville de Bruges allait être créé par le conseil de régence, j'ai l'honneur de me présenter à vous, comme desirant obtenir la faveur d'y être nommé." (BRUGGE, Stadsarchief Brugge, Modern Archief, XII 380: brief van Van Praet aan het gemeentebestuur van Brugge, 21 mei 1830.)
Voor mij is Scourion dus slechts een stadssecretaris die zijn taken zéér goed naleeft, net zoals een secretaris nu volgens het gemeentedecreet het archiefbeheer moet organiseren (en dat eventueel kan delegeren aan een archivaris/archiefdienst). (cfr. G. DEGUELDRE, "Antwerpen en zijn archivarissen", G. MARÉCHAL red., "Een kompas met vele streken". Studies over Antwerpen, scheepvaart en archivistiek aangeboden aan dr. Gustaaf Asaert ter gelegenheid van zijn 65ste verjaardag (Archiefkunde. Verhandelingen aansluitend bij Bibliotheek- & Archiefgids 5), Antwerpen, 1994, 74.) Volgens "Archiviste", G. PEIGNOT, Dictionnaire raissoné de Bibliologie, I, Parijs, 1802, 33-36 is een archivaris een "personne à laquelle sont confiés la garde et le soin des archives" (een definitie die trouwens bv. Mechels archivaris Bartholomeus Gyseleers-Thys onderschreef). Uw invulling van archivaris lijkt me dus wat te beperkt. Dan kan elke stadssecretaris ook als archivaris gezien worden. Homeros 29 (overleg) 4 apr 2012 03:10 (CEST)Reageren
Ere-stadsarchivaris André Vandewalle schrijft me hierover: "Zelf heb ik nooit Scourion als eerste stadsarchivaris beschouwd. Hij cumuleerde immers functies en was in de eerste plaats stadssecretaris. Hij is nooit tot archivaris benoemd. De titel van stadsarchivaris komt toe aan een persoon die als zodanig is aangesteld en de functie full-time of minstens als hoofdfunctie uitoefent. De eerste was Van Praet, 1829".
Het blijft nochtans een feit dat Scourion zich als eerste om het archief bekommerde en het me voor de gemakkelijkheid toch niet ondoenbaar lijkt om hem in de reeks van de stadsarchivarissen mee te nemen. Wel kan op het artikel 'stadsarchief' als op dat over Scourion nuances worden aangabracht. Ik zal eens een poging doen. Andries Van den Abeele (overleg) 8 apr 2012 13:03 (CEST)Reageren