Overleg:Trivial File Transfer Protocol

Pagina-inhoud wordt niet ondersteund in andere talen.
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

TFTP is de afkorting van Trivial File Transfer Protocol. TFTP is een lichte vorm van FTP wat veel gebruikt wordt om computers vanaf een netwerk te starten en andere apparatuur zoals routers, switches, ADSL- en kabelmodems van firmware en configuraties te voorzien. TFTP werd voor het eerst gedefinieerd in 1980.

Door de eenvoud van dit protocol was het eenvoudig te implementeren in kleine hoeveelheden geheugen, een noodzaak in die tijd. TFTP werd hierdoor een veel gebruikte manier voor het bootproces routers, switchen, etc. door het ontbreken van veel geheugen opslagruimte. Tegenwoordig wordt het nog steeds gebruikt om kleine bestanden te versturen over een netwerk, bijvoorbeeld een X Windows System terminal of andere thin client boots vanaf een netwerk pc of server.

TFTP is gebaseerd op het eerder ontworpen protocol EFTP (Easy File Transfer Protocol, Ether File Transfer Protocol,en Experimental File Transfer Protocol) op het einde van de jaren ’70. EFTP is op zijn beurt een deel van de PUP protocol suite. TFTP maakt gebruik van het UDP transport protocol (poort 69). De opvolger van TFTP (FTP) daarentegen maakt gebruik van TCP poort 21.

Eén van de nadelen van TFTP is echter het ontbreken van authenticatie en encryptie mechanismes. De maximum grootte van de bestanden is ook beperkt tot 32 MB. Het gebrek aan beveiliging zorgt er dan ook voor dat TFTP vooral gebruikt wordt in lokale, privé netwerken. TFTP ondersteunt 3 verschillende transport modes. Deze zijn “netascii”, “octet” en “mail”. De eerste twee beantwoorden aan het ASCII en de image mode van het FTP protocol. De derde wordt zelden gebruikt.

Elke getransporteerd bestand via TFTP gebeurt onafhankelijk. De overdracht is vastgelegd in een lock-stap, zodat er telkens maar één pakket onderweg is in het netwerk. Door dit gebrek aan “windowing” ontstaat er dan ook een lage doorvoersnelheid en een hoge latency. Later werden er enkele kleine wijzigingen doorgevoerd, onder andere grotere datablokken. Dit resulteerde in een licht hogere doorvoersnelheid maar het protocol bleef grotendeels hetzelfde.

Het transporteren van data via TFTP gebeurt als volgt:

• Host A zendt een RRQ (read request) of een WRQ (write request) pakket naar host B. Deze bevat de filename en de overdracht mode (netascii, octet of mail).

• Host B antwoordt met behulp van een ACK pakket. Dit pakket informeert eveneens naar welke poort host A moet zenden.

• Host A zend genummerde data pakketten naar host B. Elk pakket (uitgezonderd het laatste) bevatten een volle datablok. Host B antwoordt met genummerde ACK pakketten voor alle data pakketten.

• Het laatste data pakket bezit minder dan een vol datapakket om aan te duiden dat dit het laatste pakket is. Indien dit toch een vol datapakket is wordt er vervolgens een leeg pakket gezonden om het einde van de stream aan te duiden.

Hieronder ziet u de diversie commando’s onder windows om TFTP te gebruiken.

TFTP [-i] host [GET | PUT] source [destination]

-i              Specifies binary image transfer mode (also called
                octet). In binary image mode the file is moved
                literally, byte by byte. Use this mode when
                transferring binary files.
host            Specifies the local or remote host.
GET             Transfers the file destination on the remote host to
                the file source on the local host.
PUT             Transfers the file source on the local host to
                the file destination on the remote host.
source          Specifies the file to transfer.
destination     Specifies where to transfer the file.

Nieuwe versie[brontekst bewerken]