Overleg gebruiker:77.162.97.7

Pagina-inhoud wordt niet ondersteund in andere talen.
Onderwerp toevoegen
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Opmerkingen over artikel Herman Friedhoff[brontekst bewerken]

Er staan nogal wat onjuistheden in de tekst over mijn vader Herman Friedhoff. Ik ben zijn oudste zoon een heb veel van zijn verhalen in mijn geheugen vastgelegd en later kunnen controleren door er met mensen over te praten die er toen bij waren. De tekst hieronder is een eerste versie en moet hier en daar nog op details nog geverifieerd worden.

Na Herman's geboorte in Den Haag verhuisde het gezin van mijn grootvader Gijsbert Friedhoff naar Amsterdam. In de jaren '30 verhuisden ze naar Haarlem waar ze enige tijd naast de familie Aten woonden en daarmee bevriend raakten. Herman was de oudste, hij had een broer Allerd en zus Edith. Ik meen in 1936 werd Gijs Friedhoff tot stadsarchitect van Haarlem benoemd en verhuisde het gezin in Haarlem, naar een door hemzelf ontworpen huis. Hij gaf ook les. Mei 1940 was mijn vader als dienstplichtige (hij had zomer 1939 eindexamen HBS B gedaan en was in januari 1940 opgeroepen) gelegerd in de Frederiks kazerne in Den Haag. Op 10 mei 's morgens erg vroeg werd Den Haag aangevallen door een Duits parachutistenleger en mijn vader is toen in zijn pyjama het dak van de kazerne opgegaan om op de vliegtuigen te schieten. Hij was woedend over deze aanval. 8 juni 1940 kreeg hij groot verlof. Zijn verzetsgroep heette de Apostelen. Hij kende Wiardi Beckman van de bijeenkomsten die mijn grootvader regelmatig organiseerde met bekende intellectuelen, waaronder de historicus Huizinga. Met Wiardi Beckman heeft mijn vader een ontsnappingsroute opgezet voor vluchtende joden. Zo heeft hij in ieder geval een familie naar Zwitserland gebracht. De Apostelen werden verraden en mijn vader werd gezocht. Hij woonde in die tijd nog thuis bij zijn ouders en op een dag kwamen er twee mannen aan de deur. Mijn grootmoeder deed open. De mannen vroegen naar mijn vader. Hij stond naast zijn moeder, die op een ingeving zei dat mijn vader niet thuis was. Wie was de man dan naast haar, was de volgende vraag. Dat is zijn broer was het antwoord. Mijn vader moest toen zijn papieren laten zien en zei dat hij die wel ging halen boven. En zo ging hij de trap op en glipte via het raam de tuin in en wist na enige tijd na veel heggen te hebben beklommen de buren te bereiken en daar zich op zolder te verbergen. Het hele huizenblok was afgezet en hij heeft uren moeten wachten tot de buurman kwam vertellen dat de Duitsers weg waren. Mijn grootmoeder werd ondertussen door de Duitsers meegenomen en in het Oranje hotel opgesloten. Als hij zich niet overgaf zou ze gedood worden. Mijn vader zat ondertussen op verschillende plekken ondergedoken, onder meer bij de bekende KLM vlieger/schrijver Viruly. Hij wilde de dood van zijn moeder niet op zijn geweten hebben en wou zich overgeven maar dit werd hem verboden door zijn mede verzetslieden. Hij wist teveel en dat was veel te gevaarlijk voor een heleboel mensen. Het dreigement om zijn moeder te doden zou meevallen zei men. Dat bleek later te kloppen want na drie maanden werd ze weer vrijgelaten.

De zus van mijn vader, Edith, herinnerd zich het nog goed. Hieronder haar verhaal:

Ik vertel hier wat moeder mij vertelde: Herman en mijn moeder waren samen thuis met zijn vriendin Ellis Brandon. Allerd en ik waren met vakantie en vader was naar een vergadering. De telefoon ging en Herman ging naar beneden. Op dat moment ging de bel, samen deden moeder en Herman open. Twee mannen stonden bij de deur en vroegen of Herman thuis was. Het bleek de Gestapo in burger te zijn. Nee zij moeder, dit is mijn zoon Allerd. Herman moest zijn papieren laten zien en ging die boven halen, nadat hij eerst als “Allerd” de telefoon heeft beantwoord. Ellis had staan te luisteren en had al zijn benodigdheden opgezocht, aan hem gegeven, en het raam aan de trap opengedaan. (De trap kan je niet zien vanuit de voordeur) Herman sprong op het platte dak van de garage, daarna op de grond in onze tuin. Via allerlei omwegen en tuinen van buren kwam hij terecht bij vrienden die drie huizen bij ons vandaan in de buurt woonden. Het bleek dat er vele andere auto’s van de Gestapo in de buurt waren. Daarna begon zijn onderduikperiode tot 28 april 1943, waarna hij gevlucht is naar Engeland. Maar nu werd moeder aan een verhoor onderworpen, gefouilleerd, maar niet gemarteld. Ze namen haar mee, waarna ze 6 weken in een Amsterdamse gevangenis heeft gezeten. Vader heeft haar vrij gekregen. Zelf werd er aan mij zo min mogelijk verteld, zodat ik ook niets kon verklappen bij een eventuele inval van de Gestapo. Vergeet niet dat ik pas 13 jaar was.

Mijn vader ging via zijn eigen route met Ellis Brandon op weg via België en Frankrijk naar Spanje. Onderweg werden ze beiden toen ze per ongelijk op een Duits vliegveld verzeild waren bijna gearresteerd, maar een innige omhelzing voorkwam dat. De schildwacht was er door ontroerd. Het kostte veel moeite om van Spanje naar Engeland te komen. Toen hij er eenmaal was kwam hij te werken voor de minister van Kleffens van Buitenlandse zaken. Daar werd aan het nieuwe Europa gewerkt en daar bij die ideologische man was Herman precies op zijn plek. Hij was echter nog dienstplichtig en werd opgeroepen om zich in te melden bij de Irene brigade. Hij vond zelf dat hij op het ministerie van groter nut was maar plicht is plicht en volgens zijn soldatenboek werd hij 13 maart '44 in dienst genomen. Hij werd daar chauffeur van Brengun Carriers en later van de amfibische tank Buffalo. 8 augustus 1944 landde hij met de brigade in Normandië en heeft daar de eerste week zwaar gevochten.

Later is de brigade verder getrokken en betrokken bij de bevrijding van Zuid Nederland. (zie hiervoor de geschiedenis van de Irene brigade) Na de oorlog wilde hij verder gaan in de internationale betrekkingen maar dat lukte niet en hij kwam bij de uitgever Tjeenk Willink te werken en werd zo uitgever. (Ik vermoed dat hij daar terecht kwam vanwege zijn connecties met de verzetsgroep die aan Tjeenk Willink verbonden was.) Hij trouwde in 1947 met mijn moeder, Riemke Aten, vroeger zijn buurmeisje. Hij kreeg met haar vier zoons: Falco (1948), Dennis (1951), Sander (1954- 1989) en Gijsbert (1961-1992) In 1968 scheidde hij van Riemke en vertrok naar Engeland waar hij Polly Davidson trouwde in 1969 en twee zoons met haar kreeg Andrew en Jollian. Over zijn belevenissen in de oorlog schreef hij Requiem for the Resistance om zijn Engelse vrienden en kennissen te vertellen over de bezetting, waar weinig kennis over was in dat land. Dat boek is vervolgens door mij vertaald: Requiem voor het Verzet. – De voorgaande bijdrage werd geplaatst door Falco Friedhoff (overleg · bijdragen) 24 feb 2020 12:30‎ PS: Wil je voortaan alsjeblieft op overlegpagina's ondertekenen met vier tildes (~~~~)? Er wordt dan automatisch een link naar je gebruikerspagina geplaatst.