Overleg gebruiker:CADEWILDE/Kladblok

Pagina-inhoud wordt niet ondersteund in andere talen.
Onderwerp toevoegen
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

COLOMBINO WISKI

Colombino Wiski, ook bekend als Colombo, Colombino de Wiski, de Wiski Tawel, Wasky, De Wasky was een West-Afrikaanse zakenman, slavenhandelaar en avonturier.

Colombino's nationaliteit blijft onduidelijk en verborgen. Aan Britse zendelingen stelde hij zich voor als Griek, aan Amerikaanse methodisten als Pool. Zijn voornaam is echter ontegensprekelijk van Italiaanse-Genuese oorsprong. Mogelijk is die voornaam afkomstig van de Griekse familienaam Koulombis of Kolompijs en was hij slachtoffer van de genocide van Chios, 1822. Tussen Chios en Genua bestonden eeuwenlange banden. In ieder geval beweerde hij een dagboek bij te houden, deels in het Grieks opgesteld.

Colombino Wiski werkte samen met de beruchte Frans-Florentijnse slavenhaler Théodore Canot. Alles wijst op een zeeman met internationale handelservaring. Zijn reizen reikten van Oost-Indië tot New York en beschrijven avonturen, gebruiken, wilde dieren en gewelddaden. Colombino Wiski trok het binnenland binnen van Afrika, 200 kilometer achter de Gambia-stroom waar hij de er aanwezige volkeren als materieel hoger beschaafd beoordeelde.

Hij vestigde zich temidden van de kleine stam Nalu, meer bepaald aan de monding van de Rio Cacine (Cassini), aan de rechteroever. Zijn factorij staat vermeld op de kaart van Regnauld de Lannoy de Bissy.Volgens gouverneur Honório Pereira Barreto streek Wiski daar neer als de eerste niet-Portugees. Wiski werkte als tolk-vertaler van opperchef Lamina Towel (Tawili) en was één van de ondertekenaars van het pachtverdrag dat luitenant-ter-zee eerste klasse Joseph Van Haverbeke namens de Belgische koning Leopold I en zijn regering sloot te Caniope, aan de gelijknamige zijarm van de Rio Nunez. Te Sougouboly, daar tegenover, was Colombino langs de Rio Nunez landbouwgrond toegewezen: Colombinia. Ook dreef hij handel met Belgische zakenlui. De in de jaren 1850' in België en West-Afrika operationele Franse zakenman Abraham Cohen, spoorde hem aan zijn slaven voor de katoenteelt in te zetten.

In september 1856 meldde Alexandre Walewski Frans buitenlandminister aan zijn ambtsgenoot voor marine en kolonies, Alphonse Hamlin, dat Wiski samen met diens buur Victor Lecerf en John Nelson Bicaise, linkeroever, in de Rio Cacine (Cassini) transatlantische slavenhandel bedrijven en vroeg daarover uitleg.

De raderstoomboot Le Dialmath onder gezag van Aristide Vallon, voerde in 1857 een onverhoedse aanval uit op het drietal. Daarbij palmde Vallon op 25 maart 1857 namens Frankrijk de monding in van de toen nog steeds niet in kaart gebrachte Cacine (Cassini). De Portugese gouverneur te Bissao, Honorio Pereira Barreto die de Rio Cacine (Cassini) tot zijn invloedssfeer rekende, protesteerde vruchteloos. Evenzeer de Nalu die het hun land beschouwden en waarvan Vallon gijzelaars nam. Colombino Wiski wist naar de Verenigde Staten te ontvluchten waar hij overigens een twee maanden eerder reeds was van teruggekeerd. Dit samen met het voorschot voor te leveren slaven ten bedrage van 3000 £.

Op 19 mei 1857 antwoordde Hamlin dat Wiski, Lecerf en Bicaise zo armoedig leefden dat het gewoon ondenkbaar was dat ze zich illegale slavenhandel konden veroorloven. Ze hadden gewoon zich langs de Rio Cacine (Cassini) genesteld om zich te beschermen tegen Portugese crediteurs die hen daarom van slavenhandel zouden hadden beschuldigd. De brief van Walewski is echter verdwenen.

Een portret noch een beschrijving van Colombino Wiski bestaan, maar hij was een 'nkir' of een blanke in het Nalu.