Portaal:Shakespeare/Sonnet van de week 19

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een facsimile van sonnet 18 uit 1609.

Sonnet 18 of Shall I compare thee to a summer's day? is een van de bekendste van de 154 sonnetten van William Shakespeare. Het thema is de vergankelijkheid van aardse schoonheid en de eeuwigheid van de poëzie. De meeste onderzoekers zijn het er tegenwoordig over eens dat het oorspronkelijke onderwerp van het gedicht, de geliefde tot wie de dichter zich richt, een man is, hoewel het gedicht vaak wordt gebruikt om een vrouw te beschrijven. Het sonnet is het eerste na wat nu de procreation sonnets (1 tot 17) wordt genoemd, waarin een jonge man aangemaand wordt om voor nageslacht te zorgen.

Sonnet 18[brontekst bewerken]

Sonnet 18

Shall I compare thee to a summer's day?
Thou art more lovely and more temperate:
Rough winds do shake the darling buds of May,
And summer's lease hath all too short a date:
Sometime too hot the eye of heaven shines,
And often is his gold complexion dimm'd;
And every fair from fair sometime declines,
By chance or nature's changing course untrimm'd;
But thy eternal summer shall not fade
Nor lose possession of that fair thou owest;
Nor shall Death brag thou wander'st in his shade,
When in eternal lines to time thou growest:

So long as men can breathe or eyes can see,
So long lives this and this gives life to thee.