Alexander Gogel
Isaäc Jan Alexander (Alexander) Gogel (Vught, 10 december 1765 - Overveen, 13 juni 1821) was een Nederlands staatsman en minister uit de 18e eeuw.
Gogel vertrok op 16-jarige leeftijd naar Amsterdam om te werken in de handel. Eerst in dienstbetrekking maar vanaf 1791 voor zijn eigen handelshuis. In Amsterdam zag Gogel de gevolgen van een corrumperende aristocratie en het zwakke stadhouderlijk gezag en kwam hij in aanraking met het Franse, revolutionaire gedachtegoed over democratie. Gogel ontwikkelde daarbij de gedachte dat de democratische idealen van de revolutie het best konden worden verwezenlijkt binnen een eenheidsstaat (het unitarisme).
Direct na de omwenteling in 1795 wordt Gogel verkozen in diverse bestuurlijke organen op gemeentelijk, provinciaal en landelijk niveau. Op landelijk niveau werkte Gogel mee aan de eerste (unitaristische) Staatsregeling van 1798. De bepalingen daarin over de samenvoeging en omzetting van de gewestelijke staatsschulden, de komst van een algemeen belastingstelsel en een systeem van jaarlijkse begrotingen worden algemeen aan Gogel toegeschreven. Als agent van Financiën kreeg Gogel de taak deze bepalingen ten uitvoer te brengen. Was de regelgeving over de overheidsfinanciën snel geregeld; de belastinghervorming liep door verzet vertraging op. Uiteindelijk zouden Gogels oorspronkelijke ideeën, hoewel hier en daar wat afgezwakt, in 1805 tot wet worden verheven.
Gogel is met name in de Franse tijd (1795-1813) bestuurlijk actief geweest. Meestal als minister van Financiën (1798-1801; 1805-1809; 1810-1813) maar ook als waarnemend minister van Binnenlandse Zaken (1801) en Buitenlandse Zaken (1798) en als zaakgelastigde in Parijs (1810). Na de terugkeer van de Oranjes bleef Gogel zijn unitaristische gedachtegoed trouw en weigerde hij (zichtbare) publieke functies onder de koning te vervullen. Wel bleef hij ten aanzien van met name de overheidsfinanciën en belastingen op de achtergrond een belangrijk adviseur.
Voorganger: W.B. Buys |
Agent van Buitenlandse Zaken a.i. 1798 |
Opvolger: M. baron van der Goes van Dirxland |
Voorganger: H. van Alphen |
Agent van Financiën 1798-1801 |
Opvolger: A.S. Abbema |
Voorganger: - |
Minister van Binnenlandse Zaken a.i. 1801 |
Opvolger: H. van Stralen |
Voorganger: J.A.G. baron de Vos van Steenwijk |
Secretaris van Staat van Financiën 1805-1806 |
Opvolger: - |
Voorganger: - |
Minister van Financiën 1806-1809 |
Opvolger: J.H. Appelius |
Voorganger: J.H. Appelius |
Intendant voor de financiën en der publieke schatkist 1810-1813 |
Opvolger: C.Ch. baron Six van Oterleek |