Naar inhoud springen

Anna Meester-de Vries

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Anna Meester-De Vries)

Antje (Anna Hendriks) Meester-de Vries (Langezwaag, Opsterland, 11 augustus 1901[1]Heerenveen, 1 oktober 1993) was een Nederlandse schrijfster die schreef in het Fries.

Leven en werk

[bewerken | brontekst bewerken]

Antje de Vries werd geboren als oudste dochter van timmerman-aannemer Hendrik de Vries en zijn vrouw Tjitske Mulder. Na Anna kwamen er nog drie broers en een zus. Ze heeft altijd in Langezwaag gewoond. Hoewel het thuis niet werd aangemoedigd, las Anna alles wat ze te pakken kon krijgen. Bij haar grootouders hoorde het weekblad Sljucht en Rjucht bij de lectuur.

De Vries trouwde in 1924 met Hendrik Meester, die in de boterfabriek in Langezwaag werkte en ook een winkel had waar laarzen, klompen en andere goederen verkocht werden. Het echtpaar kreeg twee dochters.

De Vries schreef onder de naam Anna Meester-de Vries. Haar meest productieve periode was in de jaren 1931 t/m 1956. Met het verhaal 'Dochs noch in Sinnestrieltsje' debuteerde ze in 1933 in het weekblad Sljucht en Rjucht. Uitgever W.A. Eisma van S. en R. spoorde haar aan om een bijdrage te leveren aan zijn tijdschrift. In het begin schreef ze onder de pseudoniemen Sjoerd, A., Anke en Brún, omdat ze wilde weten wat mensen van haar werk vonden. Het Nieuwsblad van Friesland publiceerde in 1936 een feuilleton van Meester-de Vries met de titel 'Sibrich', zij schreef het onder het pseudoniem Anke. Verder verschenen verhalen en schetsen van haar in de Heerenveensche Koerier, It Heitelân en de Friese Koerier. Na de oorlog waren het vooral Fries en Frij, de opvolger van Sljucht en Rjucht die na 1941 niet meer verscheen, die haar werk publiceerden.

Anna Meester-de Vries was een succesvol toneelschrijfster, haar eerste toneelstuk 'Nynke' verscheen in 1931. Het succes van dat stuk inspireerde haar om op dat pad verder te gaan, ze zou daarna nog een twintigtal andere stukken schrijven. Enkele van de meest bekende waren 'Op een dag boer en boerin' (1938) en 'Anny uit Amsterdam'. Naast vrolijke spelletjes en kluchten, schreef ze ook serieuze stukken als 'Us jonge'. Bij het vijftigjarig jubileum van de boterfabriek in Langezwaag, schreef ze de revue 'Gouden Frissels' (1952).

In 1938 won Meester-de Vries met haar kinderboek Teltsjes fen de komkommerploech een prijs in een wedstrijd georganiseerd door de Provinciale Onderwijsraad. Haar bekendste kinderboek was echter een boek dat verscheen in 1945 en ging over de zwarte kat Moarke. In 1984 beleefde het alweer de zevende druk. In Moarke neemt de natuur een grote plaats in, het verhaal wordt verteld door de kat. De kat praat met alle andere dieren op de boerderij waar ze woont en samen beleven ze vele avonturen. Naast het succes van het boek was er ook kritiek op de inhoud en de schrijfwijze. Ruim dertig jaar na verschijning besprak Eppie Dam het boek in Trotwaer (nr. 5. 1979) naar aanleiding van een interview dat Pieter Breuker met de auteur had gehad. Dam was van mening dat de zinnen te zwaar waren en de hoofdstukken te lang, voor de leeftijd waar het boek voor bedoeld was.

Meester-de Vries vertelde haar verhalen eerst altijd eerst aan haar kinderen, die haar inspiratiebron waren, voordat ze ze opschreef. Nadat ze de deur uit waren, wilde het schrijven ook niet zo goed meer.

Een jaar na het verschijnen van Moarke publiceerde ze het meisjesboek Unwaersfügel, ze had het boek al geschreven tijdens de oorlogsjaren (1943). De roman Jonkheit en het vervolg daarop, Rôljende weagen werden beide in 1943 gepubliceerd. Ze waren voor het eerst verschenen in afleveringen in Sljucht en Rjucht (1937 en 1940).

Kort voor de oorlog werd Anna door de Provinciale Onderwijsraad gevraagd een lezing te houden. Het zou het begin zijn van een lange reeks die haar overal in de provincie in de schijnwerpers zette. In 1976 stopte ze er mee.

In 1993 overleed Anna Meester-de Vries op 92-jarige leeftijd.[2]

Verhalen
Jaar Naam Tijdschrift
1933 Dochs noch in sinnestrieltsje Sljucht en Rjucht
Toneelstukken
Jaar Naam Soort Aantal blz
1930 De nije tsjinstfaem klucht in één bedrijf 4 m., 5 f.
1931 Nynke toneelstuk (met zang) in 4 bedrijven 8 m., 4 f.
1934 Frou Swabber ef: Oene moat stjinbikje nieuw stukje in één bedrijf 3 m., 3 f.
It forlorne doekspeldtsje voordracht voor 2 personen (man en vrouw) Leeuwarden,

Drukkerij Eisma

1935 De forjongingskuer blijspel in drie bedrijven
1936 Moderne tied klucht in één bedrijf 24 s. Leeuwarden,

Eisma, SBA: 614073

It twaddle houlik. toneelstuk in vier bedrijven 92 s. Leeuwarden,

Eisma SBA: 614074

1937 Siikje de Sinne op fleurig stukje in één bedrijf 42 s. Leeuwarden,

Eisma, SBA: 614071

Twa susters toneelstuk in vier bedrijven 79 s. Leeuwarden, Eisma,

SBA: 614072

1938 Ien dei boer en boerinne klucht (met zang) in één bedrijf 5 m., 4 f.
De Adema's toneelstuk in vier bedrijven 5 m., 4 f.
1939 Forhûzje… klucht in één bedrijf 34 s.

5 m., 4 f.

Leeuwarden,

Eisma

1940 Anny út Amsterdam klucht in één bedrijf
1942 Ropping
1945 Evacué's toneelstukje in één bedrijf 4 m., 4 f.
1947 Amor op Amelân Fleurige éénakter 6 m., 5 f.
1949 Skjin Skip fleurig stuk in drie bedrijven
1950 Lokkebrea ... klucht in één bedrijf
De húshâldster fleurig stuk in drie bedrijven
1951 Sa 't de âlden songen ... toneelstuk in drie bedrijven
1952 Taferielen spul - Gouden frissels
Tsjinstuiten klucht in twee bedrijven
It daget stukje in drie tafarelen 7 f.
Us jonge Ernstig stukje in één bedrijf
Loftkastielen Fleurig stukje (met zang) in één bedrijf 7 ef 6 m., 4 f.
1954 De founling en de prinses toneelstukje in 7 tafarelen voor kinderen en grote mensen (met motieven uit het sprookje van Anders Bijma) 7 m., 5 f.
Proza
Jaar Naam
1938 Teltsjes fen de komkommerploech
1943 Jonkheit
Rôljende weagen
1945 Moarke
1946 Unwaersfûgel
  • 1935: prijs in prijsvraag Provinciale Onderwijsraad voor Teltsjes fan de komkommerploech[3]