Bodo von Harbou
Bodo von Harbou | ||||
---|---|---|---|---|
Geboren | 7 april 1887 Stollhamm in Nordenham, Duitse Keizerrijk | |||
Overleden | 29 juli 1944 Berlijn, nazi-Duitsland | |||
Land/zijde | Weimarrepubliek nazi-Duitsland | |||
Onderdeel | Reichswehr Heer (Wehrmacht) | |||
Dienstjaren | 1914 - 1918 1940 - 1945 | |||
Rang | Oberst | |||
Bevel | Chef van de Commandostaf (Kommandostab) van de militaire gouverneur van bezet België | |||
Slagen/oorlogen | Eerste Wereldoorlog | |||
Onderscheidingen | Zie decoraties | |||
|
Bodo von Harbou (7 april 1887 - 29 juli 1944), was een Duits militair die betrokken was bij het Complot van 20 juli 1944.
Bodo von Harbou maakte carrière binnen het keizerlijke Duitse leger en sloot vriendschap met Joachim von Stülpnagel en Kurt von Schleicher. Von Harbou nam deel aan de Eerste Wereldoorlog en was adviseur van kwartiermeester-generaal Erich Ludendorff. Hij trad na de oorlog toe tot de Reichswehr[1].
Bodo von Harbou werd aan het begin van de Tweede Wereldoorlog chef van de Commandostaf (Kommandostab) van de militaire gouverneur van bezet België. Hij was verantwoordelijke voor het militaire aspect van het bestuur. Zijn superieur was generaal Alexander von Falkenhausen, de militair gouverneur van België en Noord-Frankrijk. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog werd von Harbou bevorderd tot kolonel en lid van de generale staf. Von Harbou was betrokken bij de door kolonel Claus Schenk von Stauffenberg op 20 juli 1944 gepleegde aanslag op Hitler, die echter mislukte. Hij werd gearresteerd en gevangengezet. Von Harbou wilde zijn rechtszaak niet afwachten en pleegde zelfmoord in zijn cel.
Decoraties
Voetnoten
- ↑ De Reichswehr was de benaming van het leger van de Weimarrepubliek en bestond uit het restant van het keizerlijke leger