Carstensz-expeditie
Uiterlijk
De Carstensz-expeditie werd in 1936 ondernomen door Anton Colijn, Jean Jacques Dozy en Frits Wissel. Ze vertrokken op 29 oktober 1936 vanuit Aika, een plaats aan de zuidkust van Nederlands-Nieuw-Guinea en keerden op 24 december terug. Het doel van de expeditie werd bereikt: het beklimmen van de hoogste top van het Carstenszgebergte.
Dozy was de geoloog van de expeditie en hij ontdekte de Ertsberg: de grootste goudafzetting ter wereld. Door de onherbergzaamheid van het gebied duurde het nog jaren voordat begonnen werd met het delven van het goud.
Literatuur
- Colijn, A.H., Naar de eeuwige sneeuw van tropisch Nederland: de bestijging van het Carstenszgebergte in Nederlandsch Nieuw Guinee. Amsterdam: Scheltens & Giltay, 1937; 5e druk, 1949; 6e druk, s.d., onder de titel: Naar de eeuwige sneeuw van Nieuw Guinee: De bestijging van het Carstenszgebergte.